Fietsen in Noord Vietnam

12 april. Vanavond om 22.00 uur gaan we met de trein mee naar het noordoosten van Vietnam. Daar gaan we een aantal dagen fietsen om verschillende etnische minderheidsgroeperingen te zien. Om 8.00 uur staan we op om naar het etnische museum te gaan. Hier wordt tentoongesteld welke verschillende volkeren er in (voornamelijk noordelijk) Vietnam zijn. Het museum, inclusief een openlucht gedeelte waar originele woningen van de groeperingen tentoongesteld worden is erg interessant.


Na het bezoek halen we nog wat boodschappen voor onze trip naar Sa Pa. We komen nog een leuke straat tegen met boompjes, dieren en houten meubels. Ondanks dat we pas om 22.00 uur met de trein hoeven, zorgen we dat we anderhalf uur van te voren op het station zijn. Op een minder klantvriendelijke manier vertelt de lokettiste dat het kopen van een kaartje voor de fietsen alleen op het westelijke treinstation kan. Op dit station zien we weer een duidelijk staaltje van openbare zwarthandel. Behalve twee officiële loketten is er nog één illegale, waar opgekochte treinkaartjes, tegen woekerprijzen worden doorverkocht aan voornamelijk toeristen. Gelukkig hoeven wij alleen een fietskaartje. Onze trein is niet heel luxe maar de stoelen zitten redelijk. We merken dat we aardig moe zijn en vallen dus vrij snel in slaap. Door het hobbelen en de niet hele fijn slaaphouding worden we regelmatig even wakker.

Zo wordt het 13 april. Wanneer we, als het licht wordt, echt wakker worden, blijkt het somber weer te zijn. Er is veel nevel en de bergtoppen zijn niet te zien. Om half acht komen we aan op het station van Lao Cai. De fietsen komen ongeschonden uit de bagagecoupé en we kunnen ons prepareren voor onze eerste fietstocht. We moeten 36 kilometer naar Sa Pa. In afstand is dat niet veel, maar we moeten 1400 hoogtemeters maken, aangezien de stad een voormalig Frans bergstation is en op de top van een berg ligt. Het begin van de route is goed te doen. Het uitzicht op de eerste rijstterrassen is erg mooi. Als we 20 kilometer gedaan hebben en 750 hoogtemeters op het GPS hebben staan, nemen we pauze. Op een prachtige plaats met uitzicht op een groot dal en een rivier. Genieten we van het uitzicht. Twee H’mongs zijn bezig met het ploegen van een stuk land. Het vervolg van de tocht is erg pittig. Het wordt erg mistig met zicht van soms minder dan 10 meter.

De stijgingspercentages van 10% zijn meer regel dan uitzondering. Waarschijnlijk begint het gebrek aan slaap in de trein ook zijn tol te eisen. Toch zetten we door en uiteindelijk komen we aan in Sa Pa. De eerste de beste scooterrijder die ons een hotel probeert aan te smeren volgen we. De fietsen gaan naar binnen en we kunnen ons opfrissen. We lopen nog even door de zeer dichte mist door het stadje. Gelukkig wijst een local de weg naar de markt anders hadden we deze zeker niet gevonden. We eten bij Buffalo Bell een werkelijk formidabele pasta maaltijd. Dan is het hoog tijd om te gaan slapen. Helaas blijkt het hotel bijzonder gehorig en de kamers naast ons zijn gevuld met luidruchtige Vietnamezen. De oordopjes komen weer eens goed van pas.

14 april. We worden om 4.30 uur wakker van kakelende Vietnamese vrouwen in de kamer naast ons. Met moeite draaien we ons nog een keer om. We ontbijten bij Buffelo Bell die ook prima omeletjes kan maken. We twijfelen een beetje aan onze route naar Pho Lu. Er moet een weg zijn langs de rivier, die op twee kaarten en google maps staat, maar op twee andere kaarten staat deze niet. We gaan informatie inwinnen bij het toeristenbureau, helaas alleen gespecialiseerd in toertjes. Klantonvriendelijk staan ze ons te woord en ze kunnen ons ook niet verder helpen. Omdat dit toch een hele mooie route moet zijn en we anders dezelfde weg als gisteren omlaag moeten, gokken we het erop. De route is fantastisch. De nevel is voor een groot deel weggetrokken en de uitzichten over de valleien met terrassen is geweldig te noemen. We komen heel veel fleurige volkeren tegen die zich voornamelijk ter voet verplaatsen. 

We dalen heerlijk en het fietsen gaat bijna vanzelf. We stoppen regelmatig voor een foto. De 40.000 dong die we moeten betalen om de dorpjes te mogen zien vinden we een beetje belachelijk. We doen het toch maar aangezien we de kans niet willen lopen halverwege teruggestuurd te worden. We zakken terug naar 1000 hoogtemeter. In Ban Den moeten we even goed zoeken. Uiteindelijk hebben we de goede weg gevonden en begint een afdaling van nog eens 600 hoogtemeters. Dan komen we bij de T-splitsing waar we de weg op moeten die soms wel en soms niet op kaart staat. Hij is er wel, maar in erg slechte staat. Het is modder, steen, singletrack en op sommige plekken wordt gewerkt aan de weg. We gaan de weg proberen te volgen en dit lukt wonderwel goed. Dan naar vier kilometer zwoegen, gaat het mis. Een deel van de rotswand is waarschijnlijk naar beneden gekomen en blokkeert de weg.

Er zit niets anders op dan weer terug te gaan en een andere weg te kiezen. We kiezen er nog voor om op de T-splitsing de andere weg een stuk te volgen. Dan zien we dat we nog veertig kilometer moeten, het aantal gehuchten klein te noemen is en we weer flinke hoogtemeters moeten maken. Omdat het al twee uur is, er wederom mist op komst is en we geen zekerheid kunnen krijgen dat de weg daadwerkelijk doorloopt, maken we de lastige beslissing om terug te keren richting Sa Pa. Behalve een tegenvaller betekent dit ook fors klimmen. De 600 hoogtemeters terug naar Ban Den worden in anderhalf uur geslecht. In het dorp kiezen we ervoor om de vijftien resterende kilometers met een busje terug te doen omdat we het voor het donker zeker niet gaan redden. Terug in Sa Pa kiezen we een ander hotel, minder gehorig en met waterslang om de smerige fietsen af te spuiten. We gaan weer eten bij Buffalo Bell en passen wat mutsen van verschillende volkeren. Oja de kaartjes van 40.000 dong om de volkeren te mogen bezoeken hebben we niet nodig gehad.

15 april. De tweede poging om van Sa Pa via Pho Lu naar Bac Ha te gaan, nu via de weg die we twee dagen terug met veel moeite beklommen hadden. Wederom een ontbijtje bij Buffalo Bell, die ons als vaste klanten nog trakteert op twee bananen. Het weer is heerlijk zonnig en niet te warm. Het afdalen, gaat heerlijk snel en we stoppen af en toe om foto’s te maken. Terwijl we foto’s maken van een mooie waterval komt er mist opzetten. We zijn precies op tijd.

Door ons fiets-stop-ritme rijden we gelijk op met een vrachtauto. De chauffeur begint ons na de tweede keer elke keer te groeten. We komen veilig in Lau Cay. Hier pauzeren we in een klein park en worden we op foto gezet met een mobieltje vanaf halve meter door een local. Volgens de route moeten we nu een weg volgen tussen de rivier en het spoor. Helaas kunnen we deze niet vinden. Tegen de zin van Erwin volgen we hoofdroute 4e. Deze is 8 baans strak asfalt langs lelijke overheidsgebouwen. Na een aantal kilometer wordt deze na een T-splitsing vierbaans. Het asfalt wordt minder. Na de volgende splitsing blijft er een enkelbaans, door veel zware zandauto’s stuk gereden weg over. Losse stukken asfalt, gaten gevuld met stenen, veel modder en plassen worden ons deel. Toch vinden we dit veel leuker dan drukke en strakke stukken asfalt. We passeren een brug die zowel voor treinen als voor wegverkeer gebruikt wordt en na 35 kilometer komen we aan in Pho Lu. Met handen, voeten en vooral mooie tekeningetjes reserveren voor komende maandag een trein. Aangezien we morgen een markt willen zien en het te laat is om nog door te fietsen naar Bac Ha, gaan onze fietsen op een bus. Op het busstation plukken de mensen aan Rhianne alsof ze een buitenaards wezen is. De weg slingert naar boven aangezien Bac Ha op 900 hoogtemeter ligt. We besparen ons een fikse klim. Wij hebben de afgelopen dagen genoeg geklommen. In Bac Ha stoppen we bij een gezellig uitziend hotel, Ngân Nga genaamd. Dit bestaat uit een duur nieuw deel en een wat goedkoper oud hotel. We kiezen ondanks een wat vochtige kamer voor de goedkoopste oplossing. Helaas blijkt als we willen douchen, er geen waterdruk te zijn. De hoteleigenaar gaat dit oplossen. Dan eerst maar even het dorp verkennen. Dit stelt weinig voor. Terug in het hotel ontmoeten we de Nederlanders Joke en Leon en samen kijken we naar een Vietnamese dansshow die ‘s avonds gegeven wordt bij het hotel.

16 april. Naar de markt in Can Cau. We willen gaan fietsen, maar de korte route op onze kaart is volgens onze hoteleigenaar geblokkeerd of bestaat niet. Gelukkig gaan Joke en Leon met de auto en mogen we meerijden. Ongeveer een uurtje rijden we over een hele slechte weg met ook nog wegwerkzaamheden. Vlak voor we in Can Cau ingaan, komen we al veel lokale mensen tegen. Hierbij ook veel Flower Hmong, de minderheidsgroepering die in dit deel van Vietnam erg veel voorkomt. Zij hebben hele felle gekleurde kleren aan. De markt is klein, fleurig en als wij om negen uur aankomen, nog bijna zonder toeristen.

We kopen van een lokaal vrouwtje een gedragen Flower Hmong kindertruitje voor 10.000 dong, werkelijk een koopje. Tegen de tijd dat de markt over zijn hoogte punt heen is arriveren de georganiseerde toertjes uit Sa Pa. Wat zijn wij blij dat we die zo min mogelijk gebruiken. Op de terugweg maken we nog wat landschapsfoto’s en onze chauffeur brengt ons bij een Hmong familie thuis. Hier proeven we van de zelfgestookte maisjenever, die prima smaakt en laten we onze familiecollage zien.

Als we terug zijn in Bac Ha lijkt het of alle toeristen van Vietnam in het hotel zijn aangekomen. Het is echt heel erg druk en de bussen met toeristen blijven maar komen. Morgen is namelijk de markt in deze stad. In de middag gaan wij uitrusten en foto’s uitzoeken. Victor, de zoon van de hoteleigenaar heeft het goed met ons voor. Aangezien we gisteren wat problemen hadden met de waterdruk krijgen we nu een andere kamer. We kunnen voor het zelfde geld verhuizen naar het nieuwe deel van het hotel. Dit aanbod nemen we graag aan. De kamer is namelijk eens zo ruim, niet vochtig, heeft een flatscreen en stortdouche, of te wel is een grote upgrade. Alleen het bed is wat harder, maar dat is geen probleem.

17 april. Markt in Bac Ha. We staan op advies van de hoteleigenaar om 7.00 uur op, zodat we de meeste toeristen mislopen. Helaas blijkt dit toch nog te laat en zijn er al heel wat toeristen present. Gelukkig is de markt erg groot zodat de toeristen zich kunnen verspreiden. Behalve een groot aantal souvenirs stalletjes (iedereen verkoopt wederom hetzelfde en heeft meerdere kramen), bestaat de markt uit eetstalletjes, van alles en nog wat voor de lokale bevolking en een dierenmarkt. Er worden buffels verkocht voor 1000 dollar per stuk, paarden, kippen en honden. De kleine honden als huisdier en de grote om te eten… We kopen een rokje voor onder het flower Hmong truitje wat we gisteren gekocht hebben. Verder struinen we wat af. De middag wordt besteed aan het uitzoeken van de foto’s, zodat we weer wat in de gallery kunnen zetten. We lopen nog een rondje tot de schemer om te zien hoe de afbraak van de markt gaat.

Dan gaan we weer eten in het vertrouwde hotelrestaurant, wat ondertussen zo goed als verlaten is met toeristen. Deze keer krijgen we gratis pannenkoeken en stukjes watermeloen. We gaan vroeg slapen.

18 april. Vandaag staat het in het teken van de laatste fietsdag met onze eigen fietsen. We hebben de weg al een keer gezien vanuit de bus, dus we weten ongeveer wat ons te wachten staat. Eerst wat klimmen en dan een lange soms wat steile afdaling over redelijk goed asfalt. Het laatste stuk zal glooiend het dorp in gaan van waar we ‘s avonds met de trein verder gaan. We gaan eerst ontbijten en dan de tassen inpakken. Wanneer we de fietsen aan het opladen zijn begint er een bruiloftsfeest in het hotel. De bruid ziet er prachtig uit, in het wit! Het lijkt net of van Aziatische vrouwen allemaal modepoppen gemaakt kunnen worden. Na afscheid te hebben genomen van Victor, zijn we er klaar voor.

De afdaling is prachtig; lekker zonnetje, uitzicht over bergtoppen, rijstvelden en af en toe komen we wat etnische mensen tegen. We maken nog wat laatste foto’s met de fietsen en we zijn veel te snel beneneden. Om de tijd te doden zoeken we een rustig plekje op vlakbij de rivier. Hiervoor fietsen we over een mooi pad tussen het spoor en de rivier door. Soms wat stukken betonpad, maar verder aangestampte grond gemengd met basaltstenen. Onder bananenbomen zoeken we de rest van de foto’s uit. Oef, we hebben er wel erg veel gemaakt. Tegen het eind van de middag fietsen we terug naar het dorp en gaan naar een van de weinige hotels die het plaatsje rijk is. Met handen- en voetenwerk krijgen we het voor het elkaar een heerlijke warme douche te krijgen zonder een kamer te boeken. We verwachten de hoofdprijs te moeten betalen, maar volledig tegen de verwachting in, is het nog gratis ook. Na een aantal verse stokbroden te hebben gescoord bij de bakker, gaan we naar het station. We moeten nog een aantal uurtjes wachten voor de trein gaat en we genieten van heerlijke verse noodlesoep. Bij het kopen van een fietskaartje wordt het erg onduidelijk waar we moeten uitstappen en waar onze fietsen er uit gaan. Soms is taalbarrière lastig. In de coupé luisteren we naar onze muziek afgewisseld door het roggelen van een Vietnamees. Wat een smerige gewoonte is dat.

Het is rond 05.00 uur dat we 19 april wakker worden. Aangezien we nog steeds niet weten waar we er precies uitmoeten vragen we het nog maar een keer na. Uiteindelijk worden onze fietsen twee stations voor Hanoi centraal in het 10 kilometer verderop gelegen stadje Gia Lam uit de trein gezet. Ondanks dat wij een kaartje hebben tot Long Biên (één halte voor centraal) stappen we ook maar uit. Dan blijkt dat alle bagage op dit station wordt uitgeladen. Wij snappen het nu nog steeds niet. We fietsen over de  Chuong Duong spoorbrug terug naar de stad. Ook een belevenis samen met honderden scooterrijders.

Rond half 8 komen we aan bij het huis van Jan en Brieke. We beslissen om het in de morgen lekker rustig aan te doen. We plaatsen de foto’s in de dropbox en gaan nog even de stad in om een laatste souveniertje te kopen. ‘s Avonds nog wat kletsen met Jan en dan naar bed.

Dit artikel is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.