30 maart. We gaan voor beiden iets heel nieuws uitproberen vandaag. We gaan canyoning doen. Dit is abseilen (aan een touwtje naar beneden) door een waterval. Om half acht worden we opgehaald door onze twee gidsen. Aangezien er verder niemand mee gaat, zijn we met z’n vieren. Na een korte autorit en een afdaling door het bos komen we op een plek waar we gaan droog oefenen. Aangezien we allebei weleens geabseild hebben is dit niet moeilijk. We doen nog een tweede oefening en dan is het tijd om een nat pak te gaan halen. We trotseren het frisse water en met helm en reddingsvest glijden we vanaf een aantal rotsen met een kleine waterval. Uiteraard ook een keer achterstevoren.
Dan gaan we een waterval abseilen van 25 meter hoog. Het is een heel glibberig geheel en voor een eerste keer best lastig. Het water heeft enorme kracht. Het geeft een enorme kick om aan een touw af te dalen door een waterval, zeker met onze hindernissen. Rhianne had last van een onwillige sandaal die telkens uit wilde glippen en Erwin raakte zijn lenzen bijna kwijt tijdens de afdalingen. Na het intensieve werk is het tijd voor een heerlijke lunch bij de waterval bestaande uit fruit en broodjes. Daarna kunnen we een sprong in het water maken vanaf een zeven meter hoge rots. Dan is het alweer tijd voor de laatste uitdaging, afdalen in een waterval die “de wasmachine” genoemd wordt. De waterval met een breedte van ongeveer een meter heeft een enorme massa aan water. Wanneer we hierin afdalen worden we heerlijk gecentrifugeerd. Moe maar voldaan klimmen we terug naar de autoweg. We hadden erg veel mazzel voor het eerst sinds een week was er zon in Dà Lat en doordat we met z’n tweeën waren konden we meerdere keren abseilen van de watervallen.
In de middag gaan we foto’s uitzoeken, de route voor morgen plannen en maken we een rondje van zeven kilometer om het meer bij Dà Lat. In de avond gaan we eten met Jenny en Enrico aangezien we die ’s middags ontmoet hebben in de stad.
![]() |
![]() |
30 maart. Er staat een fietsdag naar de kustplaats Phan Rang. De afstand is ongeveer 110 kilometer. Toch denken we dat deze goed past in ons idee van leuke fietsroutes aangezien bijna de helft van de route omlaag gaat. Dus ons roze pakketje met souvenirs gaat achterop en we starten om 7.00 uur met een stevige klim van 1500 naar 1600 meter hoogte. We hebben erg mooie uitzichten en tegen de verwachting in, is de weg vrij rustig. Een leuke afdaling van 10 kilometer volgt. Toch dalen we slechts 300 meter. Een beetje verrast zijn we van de volgende klim, in een halfuur weer stijgen we weer naar 1600 meter. We weten dat nu een slingerende afdaling van 17 kilometer komt, dus we pauzeren eerst even op de top om te genieten van het werkelijk formidabele uitzicht.
Het blijkt dat de weg vanaf hier verbreed wordt en dat de staat van de weg de komende tijd niet al te best wordt. Na een bezoek aan de primitieve toiletten op de berghelling staan we op het punt om verder te gaan. Dan worden we opgeschrikt door een enorme knal, horen we een enorm geraas en zien een grote stofwolk vanaf de berg komen. Op nog geen 100 van onze rustplaats hebben wegwerkers een stuk berghelling met dynamiet opgeblazen. Als we er langs willen fietsen blijkt de weg verspert te zijn door rotsen. We moeten bijna een uur wachten tot een shovel de boel aan de kant geschoven heeft. We kunnen dan aan de afdaling beginnen.
De weg is slecht, erg stoffig maar super gaaf. De afdaling duurt bijna een uur en onze remblokjes hebben het zwaar te verduren. Beneden blijft de weg slecht en bestaat vaak niet uit meer dan los grit. Wat het meest opvalt zijn de vele gaten en de “drempels” van puin. We komen nog langs een fabriek waar stokjes worden gemaakt om mee te eten.
De laatste dertig kilometers zijn vlak en niet erg bijzonder. We stoppen nog even bij het treinstation om kaartjes te reserveren voor de trein naar Da Nang voor morgenavond. Met het nodige handen en voeten werk lukt het om ook voor de fietsen een plekje te bemachtigen. Over Phan Rang kunnen we kort zijn. Typisch niet toeristisch Vietnamees plaatsje. Veel scooters, erg druk, geen restaurants, veel barretjes en matig hotel.
![]() |
![]() |
1 april. Geen grapje vandaag hebben we administratie dag tot we vanavond met de trein verder gaan. We zoeken de bonnetjes uit en verdiepen ons in China en Indonesië. Rond 13.00 verlaten we het hotel en settelen we bij een bar met Wifi. We zoeken de foto’s uit en doen verder niets bijzonders. Om 18.00 uur gaan we naar het station en halen kaartjes voor de fietsen. Dit was gisteren niet mogelijk. We kijken nog even naar de tientallen straaljagers die vlak in de buurt opstijgen en een prachtige zonsondergang waarvoor we net niet op de goede plaats staan. Met een halfuur vertraging komt de trein aan. Onze fietsen gaan in een bagagewagon en wij gaan naar onze slaapcoupe. We delen onze coupe met twee mensen uit Vietnam, waarvan er één redelijk goed Engels spreekt. We hebben zogenaamde softsleepers, redelijk zachte matrassen. We eten een wonderlijk lekker bakje kippensoep wat door onze medepassagier gehaald is en proberen dan wat te gaan slapen.
Zo wordt het 2 april. Het slapen ging heel redelijk, in ieder geval veel beter dan in de Thaise treinen op een softseater. De trein heeft een ruim halfuurtje vertraging, dus we verplaatsen ons van de slaapcabine naar de luxere zitplekken. Eenmaal aangekomen in Da Nang krijgen we onze fietsen pas terug na bijbetaling van 10.000 Dong. We gaan zoeken naar een vullend ontbijt. Aangezien de bakkerij en restaurants uit de Roughguide niet meer aanwezig zijn, vinden we onze plek in een restaurant aan de rivier. Een lekker kippensoep met brood wordt ons portie. Daarna fietsen we naar Hoi An. De start over de Han brug is leuk, maar verder is de dertig kilometer lange weg eigenlijk het benoemen niet waard. Na de vondst van een hotel gaan we lekker relaxen. In de avond gaan we Hoi An ontdekken, wat een heerlijke plaats om te wandelen. Doordat het plaatsje weinig last heeft gahad van de oorlogen is het nog erg authentiek. In de rivier zijn kleurig verlichte Chinese sculpturen te zien. Voor Koen kopen we zijn eigen Non La Hoed. We eten in het beetje dure Lighthouse restaurant aan de overkant van de rivier.
3 april. Vroeg uit de veren, we willen Thaise kookles gaan nemen. Helaas deze was niet meer te reserveren en blijkt vol. Dan morgen maar. We gaan ons verdiepen in China, dat land is een beetje te groot voor de korte tijd die we hebben. Aan het begin van de middag gaan we een rondje fietsen in de omgeving van Hoi An. We proberen een route te fietsen maar dat faalt. Op de bonnefooi gaan we verder. We fietsen langs rijstvelden, over hele smalle singletrack paadjes en door velden met water palmbomen. Van de bladeren van deze boom worden de hoeden van de Vietnamezen gemaakt. Dit is het ecologische gebied van de stad. We komen op een weg uit die lijkt te gaan naar het strand, maar doodloopt bij het water. Nadat we wat gegeten hebben willen we eigenlijk met de boot richting het strand. Flink onderhandelen en standvastig blijvend komen we met fietsen en al het water over. We fietsen richting het strand en wat op valt is de enorme ontwikkeling van het gebied er worden ontzettend veel hotels en resorts gebouwd. We relaxen een paar uurtjes op strand, gaan zwemmen, lezen en bouwen wat van zand. In de avond gaan we nog even door de gezellige stad dwalen en eten.
4 april. Vandaag staat de Thaise kookles alsnog op het programma. We worden opgehaald bij het hotel en starten op de markt. Onze kok koopt wat ingrediënten zoals taugé, sla, wortel en komkommer. Wij met onze Engelse gids kunnen hem bijna niet bijhouden zo snel hij er overheen gaat. We maken kennis met Paul en Lin uit San Fransisco. Samen wachten we op de rest van de groep om te starten aan een boottrip richting het eiland waar we gaan koken. Met een twaalftal gaan we op weg. Voor we gaan koken bezoeken we eerst een kleine village. Hiervoor roeien we met een kleine boot langs rijstvelden en waterkokosbomen. Onder het genot van rijstcrackers en water speelt een oude Vietnamees voor ons een stukje op zijn zelfgemaakte viool. Enthousiast proberen we het zelf ook. Het geluid wat geproduceerd wordt is niet veel meer dan een slecht afgestelde zaagmachine. We maken rijstmelk voor de pannenkoeken van straks. Helaas is de kruidentuin leeg, waardoor de uitleg van de gebruikte kruiden ontbreekt. Op hoop van zegen dan maar. We starten onze kookles met de bereiding van verse rijst noodle soep met rundvlees. We doen dit samen met Jason en Monika uit London. De soep moet een uurtje pruttelen dus kunnen wij ons verdiepen in de Vietnamese rolletjes met groente en garnaal aangevuld met noten dipsaus. We werken volgens het principe de kok doet het voor en wij maken het na.
![]() |
![]() |
Wij hebben een wat ongeduldige vrouwelijke hulpkok die net even anders ons de ingrediënten aangeeft. Na de bereiding genieten we gelijk van het resultaat. De volgende uitdaging zijn de kokosnootcrêpes met stukjes vlees, garnalen en noten. Uit betrouwbare bron kunnen we vermelden dat ook deze heerlijk zijn. Het volgende maagpleziertje wordt gekruide salade met rijst vermicelli en stukjes varkenshaas. Het laatste gaatje wordt gevuld met de eerder bereide noodle soep.
Volledig voldaan gaan we op naar de laatste activiteit, de in Vietnam fameuze draaiende tafel. Deze tafel kan zonder aandrijving en aanraking bewogen worden. Hiervoor hoeft alleen de richting hardop gezegd te worden. Helaas had de tafel bij ons een offday en draaide deze slechts een centimeter.
Ons middagprogramma bestaat uit shoppen in de stad van de zijde. Voor ongeveer 10 dollar per meter kunnen hier de meest mooie lapjes stof gekocht worden. Verder is ook de bebouwing pittoresk te noemen. We moeten wel alles uit de kast halen om acceptabele prijzen te betalen. De Vietnamezen zijn bikkelharde onderhandelaars. Maar dat is een kolfje naar onze hand. We proeven ook veel lokale zoeterijen. Zoveel dat we, in combinatie met de cookingclass, geen trek meer hebben in avondeten.
5 april. Vanmorgen gaan we de bus in naar Hué. Een vier uur durende trip. Op deze route rijdt een slaapbus. Deze heeft geen normale stoelen maar bedden die ook in zit stand kunnen. De fietsen gaan onderin. Ook tijdens deze trip blijkt weer hoe ontzettend veel gebouwd wordt in Vietnam. De bus gaat door de nieuwe Hay Van tunnel, waardoor we de gelijknamige pas met prachtig uitzicht missen. Een troost voor ons is dat het rondom de pas erg heiig is, waardoor het uitzicht beperkt is. Rond het middaguur komen we aan in Hué. In plaats van in het centrum worden we aan de rand van de stad op het busstation gedropt. We verkennen de niet heel bijzondere stad. De lunch wordt genuttigd in een door de Lonely Planet geadviseerd restaurant, de bediening en koks zijn volgens schrijven doof. Als we de straat in komen blijken er wel drie “dove” restaurants te zijn. Twee daarvan hebben dus professioneel het concept gekopieerd. Een maakt een wel erg amateuristische fout met de tekst “recommend by Lonely Plant” op de gevel. Ook de “echte” is wel lachen. Een dove geeft ons de menukaart terwijl een prima Engels sprekende én horende tweede de bestelling opneemt. Het eten is verder prima en ook de speciale flesopeners houden wij in gedachten. Heel logisch is het restaurant niet ingedeeld, voor de WC moeten de gasten dwars door de smalle keuken, waar de mensen trouwens ook gewoon horen.

Afijn, na deze experience gaan we het oude deel van de stad bekijken. Dit deel is het meest toeristisch en dat blijkt ook wel uit de busladingen die langskomen. Wij vinden het niet heel bijzonder en fietsen verder rond. We zien hoe wierook stokjes gemaakt worden, we kijken nog even in het “ Olympisch stadion” en eten nog een ijsje bij een ander geadviseerd restaurant wat ondertussen verhuisd is naar de andere kant van de stad. Heerlijk die reisgidsen… Even nog super snel boodschappen doen bij een te grote supermarkt. Geen idee wat, maar avondeten was snel gevonden. Het brood was wat lastiger. Er stonden zeker 30 Vietnamezen in de rij voor de stokbroden die vers gebakken werden. Twee man bewaking moest dit in goede banen leiden. Des te vreemder was de ervaring dat er minimaal 10 winkelmandjes vol stonden met stokbroden. Een test leerde dat deze waren van verschillende mensen in de rij die meer wilden hebben om dit buiten op straat weer door te verkopen. Toen Erwin er twee uit een mandje pakte aangezien er geen tijd was om in de rij te staan, kwam er iemand boos op hem af. Het resultaat was wel dat hij van iemand anders twee broden kreeg. Mazzel! Nu snel afrekenen en naar de vertrekplaats van de bus. We dachten mee te denken door alvast onze bagage van de fietsen te halen en het voorwiel te verwijderen, zoals s ‘ochtends van ons verwacht werd. Helaas deze bus stopte tweehonderd meter van onze verzamelplaats en de begeleider weigerde om mee te helpen dragen. Toen hij ook nog eens onze fiets hardhandig de bus in werkte en ons menigmaal maande tot hurry hurry, werden we boos en zijn bewust wat rustiger aan gaan doen. Het werd het begin van een, op zijn zachts gezegd, minder fijne reiservaring. De oudere bus bleek voller dan er slaapplaatsen waren, de begeleider en chauffeur spraken geen Engels dus we hadden een patstelling. Pas na herhaaldelijk aandringen werd een local van zijn bed verdreven en hadden we beide een plek, weliswaar ver uit elkaar. De airco bleek slecht te werken en de bus stonk. Allemaal een beetje minder voor een twaalf uur durend tripje. Uiteindelijk maar het beste van gemaakt samen met twee meiden uit de Oekraïne en een Engelsman. Van slapen kwam helaas niet veel. Nog wel een advies voor andere reizigers. Vermijd reizen tussen Hoi An en Hanoi met de firma An Phu Ha Noi Travel Co en vraag naar bijvoorbeeld Sinh Café travel. Rond half acht komen we aan in Hanoi. Aangezien we voor een aantal dagen in huis gaan bij Jan en Brieke, twee Nederlanders die we in Thailand ontmoet hebben, bellen we dat we er zijn. Zo kunnen een halfuurtje later aanschuiven bij de thee. Na lekker opfrissen en plannen voor Hanoi maken, gaan we de stad verkennen. Door het druilerige weer heeft de stad weinig uitstraling. Na twee uurtjes houden we het dan ook voor gezien en gaan terug.








