6 maart. Vandaag is het zondag. We hopen een beetje uit te slapen omdat het gisteravond nogal laat geworden is. Helaas de speaker van de openluchtkerkdienst verstoort al om 5.00 uur onze nachtrust. De morgen besteden we aan het uitstippelen van ons verdere reisplan voor Cambodja. We beslissen om over twee dagen door te reizen. In de middag willen we even langs een krokodillenfarm en Koen wil graag op een project kijken om daar misschien spullen aan te geven. We gaan eerst bij het project kijken om te weten wat we kunnen kopen. Eigenlijk wilde we naar het project gaan waar we de dans show drie dagen terug keken, maar we hadden ook andere kinderen zien wuiven twee huizen voor Acodo. We gaan daar eerst heen. In tegenstelling tot bij Acodo waar we zakelijk werden ontvangen, worden we hier gastvrij onthaald door de kinderen en een Engels sprekende lokale vrouw. Binnen krijgen we meer informatie van de vrouw die Mom blijkt te heten. Het project blijkt een CDO (Children Development Organisation) te zijn welke pas halverwege 2010 is opgericht. In het huis zitten 25 kinderen van ouders die niet voor hen kunnen zorgen. Ongeveer de helft komt uit Leap Chass. Dit dorp, op 45 kilometer van Siem Reap was tot vier jaar terug vrij geïsoleerd van de buitenwereld. In dit dorp is geen enkele voorziening. Het doel van dit project blijkt drieledig te zijn. Ten eerste de kinderen krijgen zorg en onderwijs die ze in het dorp niet krijgen, ten tweede wordt er een gemeenschapsruimte gebouwd in het dorp met school en medische voorzieningen. Ten slotte wordt er een boerderij aangelegd waar de plaatselijke bewoners van alles kunnen verbouwen om zelfvoorzienend te worden. Behalve Mom en Sakoun zijn er nog een aantal lokale mensen die op het project helpen. Verder moet alles bij (buitenlandse) vrijwilligers vandaan komen, die er nog niet zoveel zijn. Veel geld komt er ook nog niet binnen, het salaris van Mom gaat volledig op aan de kinderen. Wij willen graag weten wat voor spullen ze het beste kan gebruiken. Ze geeft aan dat keukengerei het meest belangrijke is, dus willen we graag even de keuken zien. Dan komt een veel acuter probleem tevoorschijn. Aan de achterkant van het huis dat op palen gebouwd is, blijkt de vloer van de veranda zo verrot, dat de keuken de tuin in geplaatst is. Deze bestaat nu uit een aantal tafels met een zeil erboven. Het koken op deze plek, voor zoveel mensen, is eigenlijk te gek voor woorden. Dan blijkt ook nog eens dat dit allemaal zal wegspoelen als het regenseizoen over een maand begint. We beslissen dan ook om hier samen met Koen wat aan te gaan doen. We maken de afspraak om morgen terug te komen en samen met haar man een plan van aanpak te maken.
![]() |
![]() |
Onze aandacht gaat dan volledig naar de kinderen. We oefenen met basketballen, ze zingen een liedje voor ons en we doen pictionary met ze. Hiervoor tekent iemand iets op het bord en de andere zeggen in het Engels wat dit is. Het valt ons op dat de kinderen ontzettend graag les willen krijgen en dat ze best gedisciplineerd zijn. Als onze les verstoord wordt door Ron, een populaire vrijwilliger die onverwachts terug komt op het project, blijkt dit zeker. Alle kinderen rennen naar hem toe voor een begroeting, maar komen naar een paar minuten netjes terug en we kunnen verder. De tijd vliegt voorbij en pas als het donker is fietsen we, uitgezwaaid door alle kinderen, weg. Het avondeten doen we weer in het verlengde van pubstreet bij een van de vele stalletjes. Na het eten halen we, wederom bij een straatstalletje, voor anderhalve dollar drie Franse stokbroodjes. Bij Mommy (nog steeds ons questhouse), skypen we nog wat met het thuisfront, gaan we op mierenjacht en werken de administratie en verslagen bij.
![]() |
![]() |
7 maart. Wat er vandaag ook gebeurt, het wordt hoe dan ook een speciale dag. Het is namelijk, inclusief de drie weken in Nederland, onze 100e reisdag samen. ’s Ochtends slapen we uit en aan het begin van de middag gaan we met veel zin naar het CDO. Als we komen blijkt dat Sakoun al eerder een bouwtekening en simpele calculatie had gemaakt. Dat was voor ons gisteren nog niet duidelijk, maar zeker handig nu. Ons budget is niet genoeg voor alle materialen, totaal ongeveer 600 dollar. Wij beslissen om alleen de spullen te geven voor de verhoogde fundering, dit is het meest noodzakelijk en kost 230 dollar. Hout voor de aftimmering moet dan later komen. Als we Sakoun vragen wanneer de materialen gekocht en geleverd kunnen worden en wanneer de bouw kan beginnen verbazen we ons wederom. Bouwmateriaal kan gelijk gekocht worden en hij kan vanavond nog starten met de bouw.
Dus zo gaan we op naar de ‘bouwmarkt’. De eerste in het dorp was wat te duur, dus met de tuk-tuk naar de grote markt. Stenen, zand, ijzer, cement, alles wat we nodig hebben is direct leverbaar. Niet nodig maar wel leuk om te benoemen was het breekijzer van betonijzer wat we zagen staan in de winkel. Terwijl het wensenlijstje wordt afgelopen, zijn een paar honden voor de winkel op niet verstane wijze de liefde aan het bedrijven. Uiteindelijk bestellen we om half drie en gaan terug naar het CDO huis. Terwijl we wachten maken we een bord voor buiten het hek. We tekenen hierop een oproep voor donaties om het huis leefbaar te maken. Het blijkt namelijk dat behalve hout voor de keuken ook dringend hout nodig is om sommige balken onder de vloer te vervangen.
![]() |
![]() |
Als er dan ook nog een Japanse student stopt voor het huis, leiden we hem rond en troggelen nog wat geld af voor het hout. Anderhalf uur na bestelling worden de materialen netjes geleverd. Hiervoor waren twee pick-ups nodig. Vol trots konden wij met Koen zien hoe blij iedereen was met de grote hoeveelheid materialen. Snel nog even een groepsfoto maken bij de truck en de materialen betalen.
![]() |
![]() |
Terwijl Mom voor ons probeert te regelen dat we morgen zo goedkoop mogelijk naar het dorp kunnen wat bij het project hoort, maken wij nader kennis met Ron. Hij geeft Engelse les in het huis en vertelt dat behalve de kinderen uit het huis, ook iedere dag ongeveer 50 kinderen uit omliggende wijken naar de les komen. Zo werkt het project nog veel breder dan alleen de 25 kinderen. Mom regelt uiteindelijk dat we voor 15 dollar met de tuk-tuk naar het dorp kunnen samen met haar en haar man gaat dan op de scooter. Als het wederom donker is gaan we met Ron en de Japanse student uit eten bij The Blue Pumpkin. Hier kan zowel Aziatisch als Europees gegeten worden voor ongeveer 5 dollar. Dit is wel wat boven ons straatbudget, maar Koen is in staat wederom een leuke Apple foto te maken en de 100e reis dag sluiten we graag bijzonder af.
8 maart. Om 7.00 uur zijn we bij het CDO huis. Het heeft vannacht geregend en flink ook. Het is heerlijk afgekoeld hierdoor. Vandaag gaan we dus kijken in Leap Chass, het kleine dorpje in ontwikkeling wat hoort bij het CDO. We gaan op weg met de tuk-tuk, hier volgt de routebeschrijving: Eerst dwars door Angkor, dan de afslag richting Peak Snaeng. Dit is een lange rechte gravelweg met veel kuilen. Het is dan ook flink zigzaggen en hobbelen met de tuk-tuk. Na een half uur naderen we een dorpje, hierin slaan we rechtsaf en komen langs een telefoonwinkel. De weg wordt smaller maar veel beter, dit duurt niet lang. Er moet gestopt worden bij een kraampje en er kan niet verder gegaan worden gereden met de tuk-tuk. De scooter wordt van de tuk-tuk losgekoppeld en met deze scooter en die van Sakoun gaan we met zijn vijven beginnen aan de laatste kilometers over het platteland. We zijn pas net weg als een derde man uit het dorp met een scooter aankomt. Dus Rhianne kan op haar eigen scooter zitten in plaats van met zijn drieën op één scooter. De weg wordt smaller, de kuilen dieper en de waterplassen worden groter. Glibberend en glijdend rijden we verder. Net als Erwin op de camera een filmpje start om verslag te doen van het crossparcours stuiten we op een grote waterplas. Zijn driver stopt, maar Rhianne gaat verder, steeds dieper rijd ze het water in. Als ze tot hun kuiten in het water zijn gaan ze weer naar boven en halen ze de overkant. Ook de tweede komt over, maar als Erwin er doorheen gaat slaat de motor van zijn scooter af. Er zit niets anders op dan afstappen en tot de knieën door het water te gaan. We hebben gelachen en oja het filmpje is ook erg leuk!
Filmpje: Met de scooter te water.
Als we verder kunnen blijft van de weg niet meer over dan een zandpad, later horen we dat deze wegen pas kort geleden zijn aangelegd. Na een halfuurtje stoppen we bij een stuk bos. Hier willen ze de school gaan bouwen. In het bos? Ja, want daar hebben ze schaduw. We proberen ze duidelijk te maken dat het bos juist heel warm is doordat er geen wind kan komen. Waarschijnlijk bouwen ze de school nu op een plat stuk voor de school. We vervolgen onze weg voor de laatste kilometer naar de huizen van de gemeenschap. Dan gaat ondanks dat het nog geen regenseizoen is, de kraan open. Als we een paar minuten later aankomen hebben we geen droge draad meer op ons lichaam. We schuilen in een open hut en maken kennis met een paar bewoners. Mom treedt op als tolk voor ons.
Wij laten onze fotocollage zien en ze blijven lachen en wijzen naar de foto’s en naar ons. Ze snappen het begrip foto duidelijk niet. Wij staan daar op de foto en we zijn er in het echt. We hebben op de foto ieder ons kleine neefje op de arm, maar dat dat niet onze eigen kinderen zijn blijft toch wel vreemd voor ze. Wij praten wat met elkaar en dan gaat er één lachen. Wij verstaan haar niet maar we doen verder niets bijzonders. Juist om het feit dat ze ons niet kan verstaan moet ze lachen. Een ander opvallend punt is dat ze zeiden dat het bij ons koud is, want wij zijn blank en hebben haren.

We gaan wat eten met ze. En doen hun gebruiken na. In kleermakerszit een hapje eten op een houten plank en blote voeten. Oef, wij zijn niet zo lenig. Ons eten bestaat uit rijst, groenten, tomaat en vlees, best smakelijk. Als we weg lopen zien we een bosje veren liggen van de hoen die we zojuist gegeten hebben… We wandelen verder door het dorp. De gemeenschap bestaat in dit deel uit 80 families. In een ander deel zijn er nog 40 families. Een familie kan soms wel 12 kinderen hebben, terwijl de huizen soms nog geen 15 vierkante meter groot zijn. De rijkste inwoners hebben een paar uur per week elektriciteit van een generator. In het dorp maken we foto´s van alle aanwezige ouders, van wie de kinderen in het CDO huis zitten. Eén vader is nog nooit op de foto geweest en was dan ook erg verlegen. We lopen verder langs uiterst primitieve hutten waar de mensen leven en zijn zwaar onder de indruk. Groeten uit de Rimboe, maar dan live.
![]() |
![]() |
We komen bij een bijna lege waterput, de enige drinkvoorziening, een filter is er niet. We wandelen langs de ovens waarmee houtskool gemaakt wordt. Deze wordt verkocht op de markt in Siem Reap voor 4 dollar per zak. Oja het duurt twee weken voor een oven met houtskool klaar is… Een van de families heeft een kleine groentetuin, als we daar doorheen lopen beginnen Mom en Sakoun direct te eten. Wij krijgen ook allebei een mini komkommer. Als we er nog vier krijgen zeggen we met wat moeite dat we deze en ons brood wat we niet gegeten hebben willen weggeven aan kinderen in het dorp. Dit wordt maar apart gevonden. Ook werken de mensen in het dorp niet samen om beter te worden, dat zit niet in de cultuur. Dat betekend dus dat sommige families in het dorp veel eten hebben en anderen niks. Rond half twee beginnen we aan de anderhalf uur durende terugweg. Glibberen, glijden, waterplas, hobbels, kuilen, afijn we hoeven niets meer te zeggen…
![]() |
![]() |
Terug bij het CDO huis in Siem Reap wacht ons een verrassing. Er is bezoek van een Amerikaanse moeder en haar dochter. Agaath, een andere lerares op het project heeft al wat informatie gegeven. Als we met ze gaan praten, blijkt dat ze graag een gift willen geven. Na onze uitleg over de keuken en de verrotte vloeren wil ze waarschijnlijk het geld geven voor beide projecten. We praten ook nog met de leraar uit de Filipijnen die twee keer per week sportlessen geeft in het huis. Hij woont samen met zijn Vlaamse vriendin in Siem Reap. Ondertussen is Sakoun met wat hulp gestart met het slopen van de oude veranda. Sommige stukken hout vallen als stof uit elkaar.

Tegen de tijd dat het donker is gaan we eten bij een van de stalletjes langs de straat. Wij eten vanavond bij op het schoolplein. De roze stoeltjes en travestieten die er rondlopen zorgen voor een kleurig geheel.
9 maart. We proberen uit te slapen, maar om 7.15 haalt iemand het in zijn hoofd om onze nachtrust te verstoren door muziek aan te zetten. Bij de eigenaar van ons questhouse regelen we de tickets voor de boot naar Battambang, Dan gaan we bij een fotowinkel de foto’s uitprinten van de ouders om deze aan de kinderen te geven bij het CDO huis. Dan gaan we nog even bij het project kijken. We geven de foto’s en de kinderen, zijn er heel blij mee. Ze vertellen ons trots dat dat hun ouders zijn. We blijven nog even hangen om met mensen die er zijn, Agatha en een koppel uit Spanje praten. Het stel komt kleding brengen en we gaan samen op de foto. De keukenvloer is al een eind op weg. De eerste stenen van de muur worden gemetseld.
Des te leuker is het als de Amerikaanse familie terugkomt. Ze willen inderdaad het hout kopen en het wordt direct besteld. Joepie, ons werk kan afgemaakt worden! Halverwege de middag fietsen we nog even langs de krokodillenfarm. We willen graag zien hoe het er daar aan toe gaat. De vrouw bij de toegangspoort verteld ons dat er eieren, kleine en grote krokodillen te zien zijn. Als we binnen zijn blijkt het allemaal net even anders. Geen eieren en hele kleine krokodillen. Alleen maar opgepropte krokodillen, waarvan er veel slecht uit zien. Teleurgesteld omdat we hier drie dollar voor betaald hebben gaan we weer weg.
We gaan nog een keer eten op het schoolplein, dit was wederom lekker. We maken kaarten om naar huis toe te sturen. Ook kopen we alvast wat fruit en brood voor morgen op de boot. We hebben nog een foto uitgeprint van ons met de kinderen op de truck en gebracht naar het CDO. Mom was blij ons nog even te zien en alle kinderen hebben ons ‘goodbye’ geknuffeld. Geweldig, wederom een kippenvel momentje! Als de kinderen onze toeters van de fietsen voor de laatste keer nog even veelvuldig gebruikt hebben, gaan we echt. We worden zo lang het kan uitgezwaaid. In het questhouse nog even snel de tas inpakken en slapen, want morgen moeten we er vroeg uit.

10 maart. Om 6.15 uur staat de pick-up truck voor, om ons naar de opstapplaats van de bus te brengen. We halen de planken van de fietsen en de fietsen worden netjes in het gangpad van de bus geparkeerd. Als we met de bus Siem Reap uitgaan, bekruipt ons weer een vreemd gevoel, als we ons realiseren dat het bijna vijf weken geleden is dat we voor het eerst de stad in kwamen. Wat is er ontzettend veel gebeurd in de tussentijd. Over een hobbelige gravelweg rijdt de bus naar de aanleg plaats van de boot. De bagage, inclusief de fietsen, worden op het bovendek neergelegd en we nemen plaats op de houten bankjes op het onderdek. Pas om 8.00 uur, een uur later dan de bedoeling was, vertrekken we. De motor maakt veel herrie, dus heel rustig zal het tochtje niet worden. Dat kan de pret niet drukken en we genieten van de drijvende dorpen. Werkelijk alles gebeurt hier op het water. Naar de kapper, naar school en naar de smid. Midden op het Tonle Sap meer stoppen we om planten uit de motor te halen. Door de lage waterstand is de verwachting dat dit vaker zal moeten gebeuren. Gelukkig het valt mee, we stoppen nog een keer om de schroef los te halen en een keer om planten te verwijderen. Als we bij de vierde keer stoppen gaat de motor uit. Wat nu, gewoon even “tanken”. Meegenomen jerrycan open, even gieten en we kunnen weer verder. Onderweg stappen locals vanuit kleine roeiboten behendig in onze boot om mee te liften naar Batambang. Zelfs met een mobiele telefoon is dit geen probleem, wel een grote tegenstelling met de simpele huisjes van het drijvende dorp. Met de hygiëne is het bijzonder matig gesteld. Aan de ene kant van de hut zitten varkens in hokjes met hun voeten in het water aan de andere kant poetsen mensen hun tanden en doen de was. We houden een pitstop in een drijvende winkel. Het toilet bestaat, hoe kan het ook anders, uit een hokje met een gat boven de rivier. Na de stop wordt de waterweg smaller en ondieper. De motor brult hard en zwoegt ons met moeite door het lage water. Na negen uur varen komt de brug van Battambang in zicht. Veel tuk-tuk drivers wachten ons op als de boot arriveert. Wij hebben de fietsen en zoeken zelf een plekje. Vannacht slapen we in (een) Lux(e) guesthouse. De slaapplek is wat duurder (8 dollar) maar we hebben warm water en een koelkast. We eten zeer smakelijk in een restaurantje genaamd Smokin’pot.
11 maart. Vandaag gaan we Batambang en directe omgeving verkennen. Het stadje is gebouwd langs de Sangker rivier. De drie hoofdstraten lopen parallel aan het water en worden onderling verbonden met vele zijstraatjes. Aangezien er hierdoor veel onoverzichtelijke kruisingen zijn en de locals ook nog eens een handje hebben van rijden tegen het verkeer in, is het goed oppassen hier op de weg. Door het vele water wat in deze provincie beschikbaar is, is het hier een stuk groener en wordt er veel landbouw bedreven. We beslissen rond het middaguur om een ritje te gaan maken met een bamboetrein, vijf kilometer buiten Batambang. We steken de rivier over via een van de bruggen. Verderop zien we op een brug drie monniken lopen in hun prachtige gele gewaad. Helaas zijn we net te laat om een foto te maken. Een volgende keer dan maar. De bamboetreinen zijn hele eenvoudige, door de lokale bevolking gemaakte, treinen. Ze bestaan uit een platform van bamboe en twee setjes kleine treinwielen met een as, waarvan een set wordt aangedreven door een simpele brommermotor. Wanneer we komen wordt onze trein “geprepareerd”: de wielen gaan op de rails, het bamboeplatform wordt er bovenop gelegd en de motor wordt geplaatst. Onze machinist heeft zich duidelijk uit geleefd op onze trein. Wij hebben in tegenstelling tot de meeste andere treintjes een mooie houten opstaande geel/rode rand en comfortabele kussentjes. Na het afrekenen van 10 dollar vertrekken we.
![]() |
![]() |
Het traject gaat over een lengte van 6 kilometer over oud, hobbelig spoor. Kromme rails met deuken zien we meer dan rechte rails. Wat zijn we blij met ons kussentje want we hobbelen wat af. Aan het einde van de track worden we bijna gesmeekt om een drankje te nemen. We beslissen om eerst de steenfabriek te bezoeken. Op hele ouderwetse manier worden hier nog met de hand bakstenen gemaakt. Als we terug zijn nemen we uit medelijden een blikje drinken. Alle geïmporteerde Coca Cola, Fanta en 7-up blikjes zijn minimaal 6 maanden over datum. We nemen een lokaal blikje drinken Longan en het smaakt best aangenaam. Als we terug gaan is onze “luxe” trein verruild voor een simpel exemplaar. Zittend op alleen een mat hobbelen we terug naar het begin station.
We fietsen terug naar de stad en stoppen tussendoor een paar keer voor mooie vervoersfoto’s. Echt als een vrachtauto vol lijkt, kan er altijd meer bij. Omdat het buiten rond de 35 graden is, houden we in het hotel twee uurtjes siësta. Als e temperatuur weer wat aangenamer is bezoeken we de markt. We kopen wat druiven uit Cambodja, Rambutans uit Vietnam en Pai Lin Longans uit Cambodja. We gaan eten bij de White Rose. Aan de vele Lonely Planets van de bezoekers is te zien, dat deze warm aanbevolen wordt. We eten samen met Emilia uit Italië. Nadat we onze dagelijkse Franse baguettes hebben op gehaald gaan we terug naar het guesthouse.
12 maart. Vandaag gaan we met de fiets de verdere omgeving van Battambang verkennen. Het vertrek is rond de klok van acht uur aangezien het dan nog lekker koel is. De Killing Caves zijn onze eerste bestemming. Hiervoor volgen we voor 16 km de nationale route 57 richting Pailin. We zien een aantal eenden fokkerijen. De eenden zijn omsloten door lage hekjes en kunnen niet meer vliegen. Als we arriveren, wimpelen we de fietsparkeerplaats af. We zouden moeten betalen om de fiets mee naar de top te nemen, mooi niet, aangezien niemand dit betaald. Het scheelt toch weer 1000 Riel per persoon. De grotten liggen op de heuvel Phnom Sampeau (Zeilboot berg). We willen met de fiets de heuvel op, dit is veel te stijl volgens de aanwezige Cambodjanen. We doen het toch maar en komen aan bij de grotten. We worden rondgeleid door een jongetje van 10 jaar oud. Hij vertelt een stuk uit de zwartste geschiedenis van Cambodja. Tijdens het drie jarige bewind van de Khmer Rouge onder leiding van Pol Pot werd een ware massaslachting onder de bevolking uitgevoerd. Onder andere op deze heuvel werden tegenstanders vermoord. Hun lijken werden vervolgens in de grotten gegooid. Er zijn twee grotten, één waar de kinderen in gegooid werden en de andere waar de volwassenen in gegooid werden. We dalen af in de donkere “kinderkelder”. Ondanks dat er weinig meer te zien is, is het indrukwekkend en luguber. In de grot van de volwassenen staan nog monumenten met schedels en kleding van de slachtoffers.
1153 en 1174
![]() |
![]() |
We fietsen verder naar de top van de heuvel en delen onze ervaringen. Even de tijd nemen om bij te komen. Na een bezoek aan de gerestaureerde tempels op de top, sjezen we naar beneden en vervolgen onze route naar de dam bij het meer van Kamping Poy. Hiervoor volgen we nog twee kilometer de nationale route 57 en slaan dan rechtsaf de weg richting het meer in. Deze fietsen we vervolgens voor 16 kilometer. Tussen de rijstvelden zien we vele eenden zwemmen voor de fok. Het verwondert ons dan ook niet als een koppel van meer dan 300 eenden ineens de weg oversteken, wel dat we niet met een bordje gewaarschuwd worden voor overstekende eenden. Aan het einde van de weg kunnen we de dam in eerste instantie niet vinden. We beslissen dan ook om in een open hut te genieten van het uitzicht over het meer en een poosje te wachten tot het minder warm wordt. We genieten op een mat van verse kokosmelk, uiteraard rechtstreeks vanuit de kokosnoot. Erwin gaat relaxen in een hangmat en Rhianne verwent hem nog extra door de heerlijk verse watermeloen die we onderweg gekocht hebben te serveren. Ook schrijven we onze kaarten. Na de siësta vinden we de dam, die het startpunt is van de irrigatie kanalen. De dam is gemaakt door gevangenen van de Khmer Rouge. Duizenden mensen kwamen hierbij om het leven. In het water achter de dam, loopt het water trapsgewijs naar beneden. Liggend in binnenbanden van een vrachtwagen spelen vermaken vele kinderen zich.
Tijd om de 32 km terug te gaan. Onderweg kopen we chips bij een van de vele huiswinkeltjes. Echt iets stevigs om te eten is niet voorhanden. We maken nog foto´s van veetransport, overstekende koeien en te vol geladen fietsen, scooters en vracht(auto’s). We zijn rond 18.00 uur terug in Battambang. Omdat het eergisteren erg goed bevallen is, eten we vanavond wederom bij Smokin’pot. En het bevalt ook de tweede keer.




















