In de sporen van de Death Railway

15 januari. Heerlijk, een relax dagje. Even niks op de planning, behalve doen waar we zin in hebben. Dat doen we toch altijd?? Klopt, maar zelfs tijdens het reizen is een dagje ‘vrij’ nodig. Om 12.00u moeten we onze kamer uit zijn, want we krijgen een andere. Deze heeft nog mooier uitzicht (op het water en de brug), helaas geen internet meer op de kamer. Dan maar buiten in het gras gaan zitten; bootjes kijken, boekje lezen, zonnen, roofvogels bestuderen etc… Gebeurd er dan niets vertelenswaardigs? Jawel hoor want doordat we zonnen zijn we ongewild een toeristische attractie. Onze hosteleigenaar legt aan een paar Aziaten uit dat wij doormiddel van zonnen net zo bruin willen worden als zij. Ze snappen er niets van. Als avond eten hebben we noedels uit een bakje zelf klaargemaakt. En daarna eten we nog Thaise mini bananen en ananas beignets met honing.

16 januari. Vandaag gaan we richting Nam Tok. Voordat we de bus ingaan, willen we nog brood kopen, maar die kunnen we niet vinden. Uiteindelijk na het tekenen van een brood vindt iemand deze voor ons. Als tussenstop willen we naar de Hellfire Pass. Uitleggen aan de chauffeur dat we daar willen stoppen valt ook niet mee zonder de Thaise naam. Maar het komt goed en we stappen op de juiste plek uit. Deze plek staat bekend als het meest dodelijke stukje traject bij de aanleg van de Death Railway. Duizend mensen hebben hier het spoor aangelegd dwars door de rotsen. Deze zijn met hamer en beitel over een afstand van duizend meter handmatig uitgehakt. Slechts 300 mensen overleefden dit. De Hellfire Pass dankt zijn naam aan fakkels die ’s nachts brandden om mensen tijdens het werk bij te lichtten. Het traject wat de spoorweg volgde kunnen we hier over een afstand van 3 km bewandelen. Via een draagbaar audiosysteem krijgen we informatie over de belangrijkste plaatsen. Wij vinden het interessant en indrukwekkend. Het bijliggende herinneringsmuseum bezoeken we ook. Het geheel is volledig gratis en dat verwonderd ons. Alles is keurig geregeld. We krijgen zelfs een walkie talkie mee voor als er tijdens de wandeling iets gebeurd. Na de wandeling reizen we verder naar Nam Tok waar we met de nodige moeite een kamer vinden voor de nacht. Voor het verzenden van een noodzakelijk e-mailtje of er plaats is om te duiken moet Erwin 2 km heen en weer lopen. Dat is anders dan we gewend zijn.

17 januari. Op Afrikatourtijd staan we op om 04.15. We gaan met de trein naar Nakhon Pathom. Dit deel van de Death Railway is weer in gebruik genomen. Ondanks het vroege tijdstip zijn al vele straathonden wakker, waarbij de één de andere probeert te overstemmen met zijn geblaf. Voor de Aziaten zelf is dit vroeg, aangezien we maar weinig mensen zien. Onafhankelijk van waar ingestapt wordt kost een kaartje, voor toeristen, op dit traject 100 Baht. Er mag dan 2e klas gezeten worden. Na de aanleg verbond de railway Thailand met Birma over een afstand van 415 kilometer en werd gebruikt door Japan om oorlogsmaterieel te vervoeren. De aanleg duurde 13 maanden en de railway is slechts 20 maanden operationeel geweest. Nu is nog slechts 130 kilometer in gebruik, waarvan wij het grootste deel afleggen. De eerste anderhalf uur is het donker en kunnen we alleen in de trein observeren. Deze is oud, heeft ventilatoren in het dak, is vies en de houten banken in de 3e klas zijn erg hard. Ook de gereserveerde plekken voor monniken vallen op. Als het licht wordt kunnen we naar buiten gaan kijken. De omgeving was mooi met zonsopkomst maar niet spectaculair. Veel stukken werden door dicht struikgewas gereden. Wat vooral opviel waren de vele roetdeeltjes die de trein in kwamen. Noemenswaardig was ook het werk van de conducteur. Behalve kaartjes knippen heeft hij alle banken tijdens het rijden schoongemaakt, de vloer geveegd, gedweild en de wc 3x schoongemaakt. Tussendoor had hij ook nog tijd om signalen te geven op de tussenliggende stations. Met bijna een uur vertraging (op een reistijd van normaal 3,5 uur) zijn we op onze bestemming. Als we uitstappen blijft voor ons onvoorstelbaar dat de kosten van deze treinverbinding 100.000 dodelijke slachtoffers zijn. In Nakhon Pathom bevindt zich de grootste koepelvorm ter wereld (127 meter hoog). Deze bezoeken we. Helaas betalen we wel samen 80 Bath zonder toegangscontrole. De middag besteden we aan het uitzoeken van een waterdichte fotocamera, best leuk met alleen Thais sprekende verkopers. Uiteindelijk kopen we voor omgerekend 130 euro een mooie camera. Daarna gaan we uitzoeken of we kunnen duiken. Ja het kan en we beslissen met de nachttrein naar Chumphon te gaan. We lopen langs het openbare openlucht fitness centrum naar het station. Deze fitness toestellen, dit keer 20 verschillende, in leuke kleurtjes, op rij, zijn in heel Thailand te zien. Ondanks dat we moe zijn en onze stoelen in relax stand kunnen, lukt het maar moeizaam om weg te dommelen in de trein. Deze schut en is lawaaiig.

Dit artikel is geplaatst in Thailand. Bookmark de permalink.

Geef een reactie