Een retourtje Rocky Mountains!

4 september. Ondanks onze snurkende en dronken kamergenoot hebben we beide eigenlijk wel goed geslapen. We besluiten wel om een andere kamer te vragen, aangezien we weten dat er voor die avond wel weer plekken zijn. We nemen een eigen kamer wat slechts vier dollar meer kost dan twee dorm plekken. De ochtend besteden we wederom aan plannen: couchsurfen, auto huren, mail beantwoorden. ’s Middags lopen we nog wat rond door de stad en boeken we definitief de auto voor de volgende dag bij Enterprise. ’s Avonds bezoeken we de stoomklok, die continu stoom blaast maar elk heel en half uur een stoomgeluid geeft. Ook de Olympische vlam die mooi verlicht is (maar alleen bij speciale evenementen daadwerkelijk brand) bezoeken we.

5 september. Na een nacht heerlijk te slapen op onze eigen kamer wordt het tijd om op te stappen. We willen erg graag een nieuwe post online gooien, aangezien het nogal blijft ophopen. Erwin heeft de nacht ervoor al overgewerkt en Rhianne is in de ochtend aan de beurt om het verhaal aan te vullen en dan moet het nog geplaats worden met foto’s en al…pfff… Na een paar uurtjes hard werken is het dan eindelijk gelukt en gaan we op weg naar het verhuurbedrijf. Het is ons net iets te ver lopen met onze backpacks naar het verhuurbedrijf, dus nemen we de bus. Auto ophalen, wel een mooi dingetje… We gingen gezien het budget voor een economy, alleen bij Enterprise kregen wij een standard voor dezelfde prijs. Ach ja, waarom ook niet. Als we onze auto voor het eerst zien is het even slikken. Een splinternieuwe Hyundai Senato staat op ons te wachten. Op 30 augustus is de auto op naam gezet van het verhuurbedrijf en hij heeft slechts 162km op de teller staan.

Dit is tof! Enig minpuntje is het vele stof op de auto, maar dat gaat er de komende weken wel vanaf (of niet…). Erwin zal in Canada alleen rijden aangezien voor extra bestuurders een flinke toeslag geld en dan vooral als ze ook nog eens onder de vijfentwintig zijn. Rhianne zal navigeren (een klusje wat ze heel behoorlijk kan) en de hoogtepunten opschrijven voor de verslagen aangezien rijden en computeren te lastig is. Via highway zeven, met ongelofelijk veel stoplichten, rijden we Vancouver uit. Eenmaal de drukte verlaten komen de prachtige HOGE bergen met witte sneeuwtoppen en de blauwe meren tevoorschijn. We lunchen even op een steenstrand bij Stave Lake, met nog wat andere Canadezen, die van het prachtige weer op Labour Day genieten. Voor we de weg vervolgen gaan we naar het bezoekerscentrum in de stuwdam van Stave Falls. Door een wisseling van de caissières komt Erwin per ongeluk, de voormalige machinekamer en het bijhorende museum in, zonder te betalen. Een stukje elektriciteitsleer wordt opgehaald en na wat vluchtige foto’s voegt hij zich weer bij Rhianne.

We besluiten een stukje door te rijden naar het volgende plaatsje, Harrison Mills. Hier rijden we langs een Inn. De prijs voor een kamer op het grote bord buiten staat ons wel aan en uiteraard voor iets meer dan staat aangeprezen hebben wij een eigen kamer met badkamer en bieropener aan de wand geschroefd. Wat een luxe!! In het lokale supermarktje hebben ze van alles, maar geen groente, ander fruit dan bananen of toetjes…. We komen dan ook uit bij het opwarmen van een blikje soep en de sla die overgebleven was van gisteren. Nee, we warmen niet op in de keuken maar in een magnetron die speciaal voor ons bij de kamer is neergezet, dat is pas service! De avond besteden we aan het wassen van de kleren en gaan dan op tijd slapen. Totale afstand vandaag: 143 km.

6 september. We verlaten Harrison Mills en rijden richting Hope. Dit is een wat ouder stadje op de overgang tussen het vlakke land en het gebergte. Het stadje is de motorzaaghoofdstad van Canada. De oorsprong van deze naam komt uit het plaatselijke park. Twintig jaar geleden werden veel bomen getroffen door een ziekte en moesten worden gekapt. Er zijn toen sculpturen van gemaakt. Nu zijn door heel de stad wel zeventig verschillende sculpturen te zien. Ieder jaar wordt begin september het WK figuurzagen met de motorzaag gehouden, behalve dit jaar aangezien de organisator ging trouwen.

We bezoeken het kleine visitorcentrum en halen wat aanvullende informatie van de omgeving op. Aangezien de bezinepompen in Canada wat verder uit elkaar liggen, geven we de auto alvast wat extra brandstof. We hebben gelijk een hele nieuwe pompervaring. In Canada gaat het betalen aan de pomp met kassa namelijk wat anders. Hier wordt vooraf betaald en moet je dus een bedrag aangeven wat je wilt tanken. We gokken dus maar hoeveel we nodig hebben en blijken genoeg te hebben voor bijna een tank vol. Op dit moment wordt gemiddeld 1.40 dollar betaald voor een liter (NL 1,73 euro). We rijden langs de Christ Church, deze kerk is gebouwd in 1861 en daarmee de oudste kerk van British Columbia. We maken van buitenaf een foto van dit Gotische bouwwerk. In de plaatselijke store shoppen wat spullen bijeen en gaan dan naar het Conquihalla Canyon Provincial Park. Hier liggen Othella-Qluintette treintunnels, die werden gebruikt voor de voormalige Kettle Valley Railway. Deze spoorweg is al sinds 1959 buitengebruik en de tunnels dus ook. Het grootste deel van de track is omgezet in wandelpaden. Ondanks het gemis van rails is de omgeving fascinerend. Dit moeten de makers van de Rambo film “First Blood” in 1981 ook gedacht hebben want die film is hier deels opgenomen. Drie hoge tunnels met muren vol scheuren en een tweetal bruggen over een kolkende rivier zijn de hoogtepunten. Helaas voor ons is het pad nu door steenverschuivingen halverwege afgesloten en moeten we terug. Na het bestuderen van de slaapmogelijkheden concluderen we dat kamperen toch de beste en goedkoopste optie is, alleen hebben we geen tent. We hoppen nog even terug naar Hope en vinden in de plaatselijke sport- en outdoorwinkel wat we zoeken. Een landbouwzeil en vier haringen. Met deze buit gaan we highway drie op richting het provinciale Manning Park. We stoppen nog één keer onderweg bij de Hope Landslide. Hier zijn de overblijfselen te zien van een grote landverschuiving die al in 1965 plaatsvond.

Maar liefst 46 miljoen kubieke meter grond, rotsen en sneeuw is toen na een tweetal aardbevingen van 2000 meter hoogte in het dal, met de toenmalige weg gestort en vormde een zeventig meter dikke laag. Met behulp van de zon die inmiddels wat lager aan het komen is, maken we wat mooie foto’s. Als we aankomen in het Manning park is het eigenlijk net te laat voor een goede hike, dus zoeken we gelijk een camping op. Na een aantal gesloten campings vinden we uiteindelijk een soort wildcamping van de provincie met alleen toiletten en stromend water. Met het zeil en twee stokken maken we een echte scouting frietzaktent. De haringen hebben niet nodig aangezien er genoeg stenen voorhanden zijn in de flink stromende rivier naast de kampeerplaats. Hier gaat Erwin stoer doorheen om groot hout te sprokkelen voor het kampvuur. Rhianne zoekt ondertussen aan de andere kant klein grut voor de ontsteking. Door de rivier waden is meer werk dan gewenst en de oplossing wordt gevonden in tweedehands hout van andere kampvuurplaatsen. Twee dikke stammen, geven genoeg brandstof voor de komende uren. We eten zalm uit blik, torritos met dip en warmen een blikje soep op. Terwijl het super donker geworden is zoeken we wat foto’s uit en maken ons dan op voor een nacht slapen in een frietzak. Totale afstand vandaag: 150 km.

07 september. Vroeg in de ochtend komt het belangrijkste nadeel van onze puntzaktent om de hoek kijken. Onze slaapzakken zijn wat nat geworden doordat het landbouwzeil niet ademend is en de tent van binnen vochtig geworden is. Dit komt vooral doordat het buiten de tent is afgekoeld tot slechts vier graden en deze temperaturen hebben we voor het laatst in Nieuw Zeeland gevoeld. We ruimen snel de boel in de auto en ontbijten pas voor we gaan wandelen vlakbij de camping. Hier schijnt de zon en is het aangenamer te noemen. De bevertrail die we voor ogen hebben duurt slechts tien minuten en behalve een beverfort is er weinig bijzonders te zien. We willen in het visitorcentrum om betere trails vragen maar helaas, het centrum is nog dicht ondanks dat het al een uur open hoort te zijn. Met een omweg komen we uiteindelijk uit bij de trails rond het Lighting Lake. We wandelen ruim twee uur rond het blauwe meer, met rondom bergen met vooral veel dennenbomen en witte sneeuwtoppen. Ondertussen dat wij zoeken naar de juiste paden, aangezien bordjes dun gezaaid zijn, zien we erg veel eekhoorns nootjes eten. (Sorry, dit is letterlijk overgenomen van de eerder gemaakte aantekeningen).

De eerste grotere plaats is Princeton hier worden vandaag de dagelijkse boodschappen gedaan in een super supermarkt. Toch lastig elke dag een andere supermarkt en vooral als ze dan net zo groot zijn als een warenhuis. Rhianne heeft net zoveel tijd nodig om de boodschappen te vinden als Erwin nodig heeft om zijn kapsel tot normale (lees korte) lengte terug te laten brengen. De temperatuur loopt inmiddels op tot boven de dertig graden en het verschil met de morgen is erg groot. Eenmaal achter Princeton lijkt het net of de herfst is ingevallen. Het landschap verandert snel van bergen met groene bomen en sneeuw naar droge gele bergen met bruine bomen, gras en veel rosten. Door de bevloeiing is het contrast met de bloeiende en groene valleien tussen de bergen in erg groot. Het Zuidelijke Okanagan gebied wat we nu ingaan is Canada’s beste en grootste tuinbouwgedeelte. Vele tientallen soorten groente en fruit worden hier in grote mate verbouwd. Dit is goed te zien in het dorp Keremeos.

Dit dorp, gelegen in een Indianenreservaat, heeft waarschijnlijk meer fruit- en groentestalletjes dan huizen. Nog zestig kilometer oostelijker ligt onze eindbestemming van vandaag: Osoyoos. Deze stad met het gelijknamige meer is vanaf het uitkijkpunt uit de bergen mooi te zien. Erg veel indruk maakt ook het Spotted Lake wat vlak voor de uitkijkpost ligt. Zoals de naam doet vermoeden zijn er in dit meer allerlei stippen te zien. De laagstaande zon maakt het bijna onmogelijk een mooie foto te maken maar het lukt uiteindelijk aardig.

In Osoyoos hebben we voor het eerste sinds twee weken weer een couchsurfafspraak. Aangezien we wel een beetje vroeg zijn gaan we het eerst het dorp een beetje verkennen en een heerlijk Italiaans schepijsje bij Gelato halen. Als we deze hebben opgesmikkeld bij het meer gaan we naar het huis van Sylvia. Een vrouw van halverwege vijftig met donkergrijze haren komt ons te gemoed en heet ons welkom. Uit de box aan het huis speelt rustige alternatieve muziek, zoals ze het zelf noemt. In de fijne tuinstoelen maken we kennis met elkaar. Sylvia werkt in een fruitbedrijf gedurende de zomermaanden. De winter gebruikt ze om de wereld te verkennen en ze heeft de afgelopen dertig jaar al heel wat gezien. In de zomer staat haar huis open voor gasten en daar maken wij graag gebruik van. Onze eigen kamer blijkt in de kelder te zijn met een groot tweepersoonsbed. Nog voor het eten slaan we een kort balletje op de tafeltennistafel op de gang. Samen met Sylvia verwerken we de verse groente uit de tuin en het fruit van de boomgaard tot een volwaardig diner. De avond is zwoel en pas rond half elf zoeken we het bed op. Totale afstand vandaag: 225 km.

8 september. Ons bed in het kelderkamertje was wat zacht maar sliep verder prima. We gaan vol energie Osoyoos bekijken. We beginnen bij het Nk’Mip woestijn- en cultureel centrum. Hier beluisteren we een presentatie over slangen. We missen de introductie over de verschillende soorten slangen, aangezien de presentatie vijf minuten te vroeg is begonnen. Wat we zien gaat voornamelijk over de veel voorkomende ratelslang en is best interessant. Er wordt zelfs een levend exemplaar getoond. Na de presentatie gaan we de trail wandelen rondom het centrum. Het is inmiddels boven de dertig graden dus we hebben echt woestijnachtige taferelen.

Er staat een nagemaakt dorp met Tipi tenten (met PVC pijpen en dak, dat is dan wel weer jammer). In het woestijnlandschap zien nog een hert met enorm grote oren, (soort flappie maar dan anders). We genieten nog even van het uitzicht op het hoogste punt van het park en gaan dan snel de gekoelde binnenruimte weer opzoeken. Hier kijken we nog twee video’s over de hier levende First Nations en de omgeving waar zij in leven en dan hebben we genoeg gezien. Voor we naar de twee attractie van vandaag rijden, halen we bij een van de vele boomgaarden verse kersen voor vanavond. De tweede attractie van vandaag is de Osoyoos Desert Miniature Railway. In een hal staat de grootste Marklin spoorbaan opgesteld van Noord Amerika. Op vierduizend vierkante feet zijn meerdere Europese landschappen gebouwd. Alle dertig centraal aangestuurde treinen kunnen door de volledige ruimte rijden. De van origine Deense bouwer Poul Pedersen heeft maar liefst tien jaar aan dit project gewerkt. Zijn vrouw heeft ruim 15.000 poppetjes met de hand geschilderd en zijn dochter heeft geholpen bij het maken van de landschappen. De man is ongelofelijk detaillistisch en er is zelfs een onderwaterwereld te zien. Er zijn 1.600 huisjes, een grote brug, meerdere vliegvelden, een volledig sneeuwlandschap, afijn teveel om op te noemen.

We vragen natuurlijk naar de leukste grapjes en dit blijken vrijende poppetjes in de Amsterdamse Rossebuurt en een mannetje die een grote boodschap doet in houten WC hokje. Als laatste verrassing wordt regelmatig voor de bezoekers het licht gedimd. Dan kan gerust een nieuw rondje gemaakt worden want door de verlichting lijkt alles anders. We kijken ruim twee uur rond voor we weg gaan en zijn dan overtuigd dat we nog niet alle details gezien hebben. Vanuit de aircoruimte stappen we terug in de warmte van de gewone buitenwereld. De temperaturen zijn opgelopen tot rond de vijfendertig graden en dus het is prima weer voor een duik in het Osoyoos meer. In het koele water is ons lichaam weer snel op temperatuur en dan gaan we terug naar het huis van Sylvia voor een lekkere pasta maaltijd. We maken kennis met haar huisgenoot en samen hebben weer een gezellige avond. Totale afstand vandaag: 19 km.

9 september. We willen graag verder op onze weg naar de Rockies maar door de gezellige avonden is er nog weinig gekomen van noodzakelijk vooruit plannen. We moeten nog een aantal hostels boeken, couch regelen en informatie opzoeken over onze trein naar Amerika. Hiervoor bellen we gratis met de Amtrak vanuit een telefooncel. Al met al duurt het tot half elf voor we eindelijk weg kunnen. We rijden op richting Oliver, worden gehinderd door wegwerkzaamheden die een vertraging opleveren van een halfuur en maken en kleine wandeling door het Vaseaux Wildlife Centre.

Dit klinkt zeer interessant maar het was niet veel meer dan een vogelspotplek bij het Okanagan Lake. We komen dan ook niet verder dan een aantal eenden en meerkoeten. Dan maar gewoon genieten van de stilte en de ruimte. Via een kleine weg strak langs het meer en een berghelling rijden we Penticton in. In het plaatselijke toeristenbureau vragen we informatie over de omliggende campings en we beslissen door te rijden naar Kelowna. Maar niet voor we in het bijhorende wijncentrum een Snow Tropics Vidal uit de Okanagan Valley van 2009 gekocht hebben. Dit is een zoete witte wijn voor bij het kampvuur van vanavond. Eenmaal in Kelowna rijden we nog even naar de toeristeninformatie om te vragen naar een goede camping.

De mooie rustige camping die ons voorgehouden wordt blijkt de Bear Creek parkcamping te zijn die met 130 staanplaatsen meer op een familiecamping lijkt. Afijn, voor dertig euro kunnen we onze patatzaktent weer kwijt en dus goedkoop slapen. We laden onze eetvoorraad uit de auto en sprokkelen brandhout bij elkaar. We hebben niet genoeg voor de hele avond dus kopen we een beetje bij. De tent staat vanavond erg mooi en de voorspelling is dat het hier warmer blijft, helemaal toppie! Binnen een uur is het kampvuur goed heet en gaan de verse mais en spareribs het rooster op. We kunnen melden, dit was een heerlijk diner. Na een watermeloen gaat Rhianne zich bezig houden met het maken van marshmallows en werkt Erwin de verslagen van de afgelopen dagen bij. Totale afstand vandaag: 138 km.

10 september. De tent heeft prima geslapen. Het vocht binnenin is een stuk minder dan de vorige keer en we hebben dus meer comfort. Eenmaal wakker zoeken we een stel foto’s van de afgelopen tijd uit, wat een werk. We wandelen nog even langs het Okanagan meer voor we in de autostappen en de camping verlaten. Over de golfende brug rijden we Kelowna weer in. We rijden over een zogenoemde HOV baan, dit is een soort busstrook maar waar ook auto’s overheen mogen waar minimaal twee personen in zitten. Je moet er maar op komen. Onze eerste stop van vandaag is de farmersmarkt. Hier worden naast verse groeten en fruit (het meeste is één of twee dagen van het land) ook kaas en andere lekkernijen verkocht. We scoren een reusachtige broccoli, een zak kersen en aardappels alle drie voor drie dollar per item. We kopen Nederlandse stroopwafels bij een expat en nog een blokje kaas. Dat wordt smullen! Dan gaan we snel de weg weer op richting Vernon. Hier brengen we een bezoek aan de Davidson Orchards. Midden tussen de appelgaarden is een mini dorp gebouwd. Behalve een aantal winkels, is er een echte koeienspeeltuin, waar we met moeite Koen weer uit krijgen en er kan een ritje door de boomgaarden gemaakt worden in een treintje.

September is de appelpluk maand dus er is van alles te beleven. Ook liggen er enorm grote pompoenen op een nieuwe eigenaar te wachten. Van het gezonde fruit verplaatsen we ons naar de McDonalds voor de Canadese hamburger test. Met anderhalve dollar is de burger niet goedkoop, maar het stuk Canadese beef smaakt prima en het broodje is gemiddeld droog. De paar uitjes en saus kunnen dat slechts gedeeltelijk compenseren dus we zijn gematigd positief. We checken ook gelijk even de mail met het gratis internet en proberen een Amerikaans treinkaartje te kopen. Hiervoor moeten we nog een keer bellen met de Amtrak en dus zoeken we nog een telefooncel op. Het nummer is gratis en dat is maar goed ook. Rhianne moet eerst tien minuten in de wacht voor ze contact krijgt met waarschijnlijk het grootste wappie van de Amtrak. Maar liefst drie kwartier en minimaal zes keer in de wacht duurt het voordat de treinkaartjes en reispassen zijn besteld. PFFF. We rijden verder noordwaarts richting Salmon Arm. Aan het eind van dit dorp pikken we een lifter op. Hij is sinds vanmorgen op weg vanaf Calgary en is op weg naar Chilliwack en heeft dus nog een stuk te gaan. Wij kunnen hem slechts een klein stukje verder rijden, maar alle beetjes helpen. Als we hem eruit laten blijken we ongezien net voorbij ons hostel, wat slecht aangegeven staat, gereden te zijn. Een zoektocht van bijna een uur volgt waarbij we minimaal drie keer de weg vragen. Uiteindelijk loont het vele zoeken wel want vanavond slapen we in een voormalige caboose. Dit is een conducteurswagon die in Canada veel gebruikt werd bij het goederenvervoer. Er staan vier van deze treinstellen opgesteld aan een mooi meer tussen de bergen. Het eten op het elektrische pitje wil niet echt vlotten en als Rhianne de opgewarmde worstjes uit de oven pakt brand ze twee vingers. Au! We hebben wel mazzel, aangezien er niemand bij komt hebben we de coupé voor ons alleen. Als we gaan slapen horen we het geluid van een echte trein op de achtergrond. Totale afstand vandaag: 205 km.

11 september. Als Erwin rond 6.15 even wakker wordt blijkt net de zon op te komen achter de bergen van het meer. Snel het bed uit en een plaatje schieten van dit mooie gezicht. Even komt de gedachte op om maar op te blijven. Niet dus, snel weer het warme bedje in voor nog een uurtje slaap. Bij de tweede keer opstaan, liggen verse pannenkoeken ons op te wachten.

Jammer genoeg zijn ze een beetje dik, niet in een keer gaar en verstieren de tientallen wespen een rustig momentje genieten. Na het eten van drie BigMac pannenkoeken met Maple Syroop en boter vinden we het genoeg en gaan onze tassen inpakken. We rijden een klein stukje noordelijker naar Scotch Creek, hier is de jaarlijkse zalm voorplanting als eerste begonnen. Dit is een heel bijzonder natuurfenomeen. Nieuwe zalmen blijven doorgaans één jaar in de rivier voor ze naar de oceaan gaan om zich vol te eten. Vissen die niet gevangen worden door een orka, beer of vissersboot keren na één tot vier jaar terug naar de rivier. De vrouwtjes die dan zwanger zijn worden bloedrood. Na het leggen van eitjes, tussen de stenen van de rivier waar ze geboren zijn, gaan ze dood. Hierdoor vormen ze weer voedsel voor vogels. De mannetjes bewaken de eitjes. Wij zien slechts enkele tientallen rode zalmen, zowel levend als dood en een aantal nesten met eitjes. In oktober wanneer de grote trek begint wordt gesproken over rode rivieren.

Wij rijden door naar Salmon Arm. Hier is de jaarlijkse fair aan de gang en die is best groot. Verdeeld over twee terreinen zijn allerlei agrarische activiteiten te zien. Er zijn stallen met geiten, paarden en ja ook zwart witte koeien. Eindelijk lukt het Koen in Canada met soortgenoten op de foto te gaan. In twee hallen zijn de uitslagen van allerlei competities te vinden. Denk dan aan: de meest bijzondere groente, de mooiste bloemen kruiwagen, de zwaarste pompoen (318,5 lbs oftewel 144 kilo), enz, enz. Er zijn meer dan honderd verschillende competities. Tijdens het eten van een zakje Nachos met een heerlijke vulling kijken we ook nog even naar de talentenjacht met allerlei pluimage. Op het andere terrein zijn behendigheidswedstrijden met mennen te zien, allerlei antieke agrarische machines en een kleine kermis. Het benoemen waard is de “frustrater”. Op deze evenwichtsbalk proberen een aantal (even oude als fanatieke) boeren om hun antieke trekkers in evenwicht te brengen, erg leuk om te zien.

Dan is het hoogtijd om de auto op te zoeken en de Trans Canadian Highway te gaan volgen richting Revelstoke. Al snel pikken we Canadian Pacific Railway op en deze lijn gaan we grotendeels volgen op zijn weg door de Rocky Mountains. We stoppen onderweg even bij de Last Spike. Op deze plaats werd op 7 november 1885 de laatste spijker geslagen van de spoorweg. Als we zelf ook nog een symbolische spijker geslagen hebben gaan we op weg naar Revelstoke waar we onze volgende couch hebben. Het huis van Chad staat aan de rand van de stad en heeft uitzicht op de dichtbij gelegen bergen waarvan eentje zelfs sneeuw op de top heeft liggen. De blauwe rivier aan de voet van de berg maakt het mooie plaatje compleet. Aangezien Chad niet aanwezig blijkt te zijn wandelen we eerst even naar het park om te genieten van het zonnetje en het uitzicht op de drie bruggen. We pikken de WIFI op van een dichtbij gelegen motel en zorgen dat de Dropbox weer een stel foto’s kan back-uppen. De tweede keer hebben we meer geluk en vinden we Chad thuis, samen met zijn huisgenoot en een andere couchsurfer Mark. Na een diner bestaande uit soep met brood en de overgebleven helft van de broccoli van gisteren, drinken we een biertje met Chad en Rhianne gaat aan de Palm Bay, een grapefruitdrankje met wodka. Totale afstand vandaag: 190 km.

12 september. Ook dit couchsurfbed op een eigen kamer slaapt prima en dat is maar goed ook aangezien we vandaag een pittig programma hebben. We gaan namelijk een wandeling maken op de Revelstoke Mountain, in het gelijknamige Nationale Park. We gunnen ons een goed ontbijt en gaan vergezeld van Mark, de andere couchsurfer op pad. Bij de ingang van het park showen we de jaarkaart van Chad en dat scheelt weer vijftien dollar. Met de auto wordt 25 kilometer de berg opgereden waarbij een hoogteverschil van 1468 meter wordt overbrugd. Tussendoor stoppen we even voor een mooi panoramisch overzicht over Revelstoke. Een pendelbusje brengt ons de laatste kilometer omhoog naar het begin van de wandelpaden op een hoogte van 1600 meter. We hebben gekozen voor de trail naar Eva en Miller Lake en dus staat ons een retour trip van ongeveer veertien kilometer te wachten. Het weer is wederom uitmuntend te noemen, zonnig en onbewolkt en bij de start om half elf is het al een graad of achttien. Door een glooiend gras landschap omringt door de meest kleurrijke bloemen schieten de meters onder ons door. Soms kunnen we een blik werpen op de hoge bergen om ons heen of de diepe dalen onder ons. Vooral wanneer we over de paden door de steenverschuivingen lopen zijn de uitzichten adembenemend. We zien zelfs een tweetal marmotten op een steen vlakbij het pad zitten.

Het venijn zit aan het einde van de heenweg, waar het smalle ruige pad redelijk stijl omhoog gaat. We zijn dan ook blij met het bordje 400 meter naar Eva Lake. Dit meer is werkelijk prachtig. Helder water, omringt door bergen met sneeuw en het is vooral stil. Hier eten we een boterhammetje, nemen de tijd voor een fotosessie en genieten van het natuurschoon. We wandelen een goede kilometer door naar Miller Lake. Iets minder qua omgeving maar achter het meer is een vreselijk grote vallei te zien met een mooie hoge smalle waterval in de verte. Het wordt tijd om de terugweg te aanvaarden. We herkennen verschillende punten, maar verder lijkt het een nieuw pad doordat we het in omgekeerde richting lopen. Anderhalf uur later zijn we terug bij het beginpunt. Aangezien de shuttlebus er niet is, lopen we de laatste kilometer naar beneden. We zijn erg blij als we na vier uur wandelen de auto terug zien. We slingeren met de auto naar beneden en rijden terug naar Revelstoke. Hier dropt Erwin Rhianne en Mark af en gaat zelf nog even naar het spoorwegmuseum. In het museum is allerlei informatie te vinden over de aanleg en het materieel van de Canadian Pacific Railway. Het museum is niet heel groot maar wel leuk om te zien. Mooie items zijn de stoomlocomotief uit 1948 en het directierijtuig. Ze staan opgesteld in een ruimte waar ook het voormalig station van Revelstoke is nagemaakt. Buiten staat oud rollend materieel. Twee hele oude conducteurswagens, die lijken op het materieel waar we van de week in geslapen hebben. De sneeuwspreider en vooral de sneeuwschuiver van vier meter hoog zijn indrukwekkend. Nog altijd worden deze ingezet om tijdens de winter de treinen rijdend te houden.


Het museum ligt naast de bestaande spoorlijn en tot drie keer toe komt een enorme goederentrein langs. Eenmaal wordt de spoorovergang bij de ingang van het museum tien minuten geblokkeerd. Niet echt handig voor vertrekkende bezoekers… Na ruim een uur en net voor sluitingstijd staat Erwin weer buiten. We maken even eten en gaan dan vroeg naar boven. We zoeken nog wat foto’s uit en vallen dan moe in slaap. Totale afstand vandaag: 55 km.

13 september. Rond de klok van negen uur verlaten we het huis van Chad en rijden op in de richting van Golden. We voorzien de auto van vers brandstof aangezien de komende 150 kilometer geen tankstation te vinden is. (Maak deze voorstelling eens voor Nederland…). Mark, de andere couchsurfer gaat met ons mee en zelfs met zijn spullen erbij is de kofferbak van onze grote auto nog niet vol. Een klein halfuur naar het oosten begint het Glacier National Park en dat is niet verwonderlijk. De bergen worden hoger, de bomen erop verdwijnen en er komt sneeuw en ijs voor terug. Zelfs nu aan het eind van de zomer is hier nog volop sneeuw en ijs te vinden op de gletsjers. Natuurlijk niet op de weg, maar de sneeuwafdaken waar we onderdoor rijden zeggen genoeg hoe het hier is in de winter. Aan het begin van Rogers Pass stoppen we bij het bezoekerscentrum en kopen een dagpas voor het park. In het centrum draait een film over de veelzijdige geschiedenis van het park en een op een aantal maquettes is de historie uitgebeeld. Ook zijn verschillende veelvoorkomende opgezette dieren tentoongesteld. We gaan vandaag wederom een wandeltocht maken maar met de tocht van gisteren nog in de benen wel een iets kortere. De tocht die we gaan lopen wordt de Asulkan Valley Loop. Het eerste halfuur gaat het pad door een naaldbos en gaat de rivier volgen. Na wat kleine klimmetjes verlaten we het bos en lopen de vallei in. Het uitzicht is werkelijk formidabel. We lopen tussen gletsjers van meer dan 2000 meter en van alle kanten vallen waterstromen naar beneden richting de rivier. Ter hoogte van de grootste waterval keren we om, ondanks dat het wel aanlokkelijk is richting de volgende gletsjer te klimmen.

De terugweg lijkt weer totaal anders dan de heenweg ondanks dat het dezelfde route is. De auto brengt ons verderop richting Golden. We zijn officieel in de Rocky Mountains. Onderweg stoppen we nog een paar keer om te zoeken naar de Stoney Creek Bridge, in 1884 de hoogste treinbrug van de wereld en onderdeel van de Canadian Pacific Railway. De brug zit te goed verstopt maar we vangen wel een glimp op van de Rockey Mountaineer, de bekende trein door de evenzo bekende bergen.

Rond de afgesproken tijd van half vijf arriveren we bij ons nieuwe couchsurfadres. Aangezien Shauna nog niet thuis is wachten we even op haar. Al binnen vijf minuten komt een vrouw van begin dertig aanrijden en dit blijkt inderdaad Shauna te zijn. Moe van hard werken laat ze ons vluchtig onze kamer en de rest van haar bungalow zien. Veel tijd heeft ze niet voor ons aangezien ze binnen een uur alweer op haar avondwerk moet zijn. Dit blijkt in een barrestaurant te zijn en op advies van haar gaan we hier een bisonburger eten. Ach ja waarom niet, het is tenslotte voor nog geen zes dollar. Het is niet druk in het restaurantgedeelte en dat betekend dat Shauna vroeg klaar is met werken. Ze komt dan ook gezellig bij ons zitten en eet tegelijkertijd haar avondeten. We maken nader kennis met elkaar en ze blijkt gescheiden te zijn en twee dochters te hebben. Deze twee houden van dansen en dit kost veel geld. Daarom werkt ze erg veel in een week dat ze de kinderen niet heeft en doet dan ook couchsurfen. Of dat niet genoeg is doet ze ook nog vrijwilligerswerk bij voetbal, scouting en de ouderen lunch. Wij hadden gehoopt een van haar projecten met Koen te ondersteunen maar dat blijkt niet mogelijk. Ze verteld ons wel dat er een opvang is voor kittens die spullen nodig heeft en de plaatselijke voedselbank kan altijd dingen gebruiken. Als we in de avond terug zijn maken we kennis met twee andere couchsurfers en Shauna maakt een kampvuur en blijkt heel behoorlijk gitaar te kunnen spelen. Totale afstand vandaag: 161 km.

14 september. Om eindelijk een project voor Koen te vinden proberen we contact te krijgen met de nieuwe kitten opvang. Aangezien we ze niet kunnen bereiken zoeken we via internet naar andere projecten maar ook dit blijkt moeilijk. We gaan naar Shauna d’r werk en ze adviseert ons om toch bij de voedselbank navraag te doen. Golden heeft een kleine gemeenschap waar relatief veel mensen onder bijstandsniveau leven. Net als in Nederland helpt de voedselbank deze mensen aan de benodigde basisbehoefte en soms, zoals met kerst, iets extra’s. We leggen het doel van Koen uit aan de van origine Nederlandse Kim, een van de vrijwilligers van de voedselbank. Zij en de overige vrijwilligers reageren erg enthousiast en ze geven Koen zelfs geld terwijl we zijn gekomen om geld te geven. Het lijkt ons leuk om iets te geven voor de kerst en het idee is geboren voor een pakje speculaas in het voedselpakket. We gaan met Kim naar supermarkt en ons idee blijkt te duur ondanks de goede korting die we krijgen. Daarbij vinden we het bij nader inzien voor de lange termijn geen goed idee. We worden doorverwezen naar het familiecentrum van het dorp. Dit is in Nederland het beste te vergelijken met maatschappelijk werk maar misschien weten zij iets. Zelf zijn ze door de overheid ondersteund en dus financieel onafhankelijk. Helaas ook zij weten niets beters dan de kittens, die we dan nogmaals proberen te bereiken maar weer zonder succes. Het einde van de middag nadert en we hebben nog niets.

PFF, dan maar bij de McDonalds een ijsje. Hier lachen we nog even smakelijk om een Nederlander die in zijn beste Engels een Hemburger en Mcflurry besteld. We houden even werkoverleg met Koen en beslissen om het bedrag van de vrijwilligers ruim te verdubbelen en dit terug te geven aan de voedselbank in de vorm van kerstcadeautjes voor de kinderen. Daarbij gaan we onze ogen wagenwijd openhouden voor andere projecten. Net voor sluitingstijd kopen we een aantal leesboeken en er rest niets anders dan de overige spullen morgenochtend voor vertrek aan te schaffen. Terug in het huis bij Shauna eten we de restjes pasta met vers gebraden kip en sla. Daarna werken we de website bij met projectupdates van Koen en vullen ons verslag aan. Totale afstand vandaag: 23km.

15 september. Na een verfrissende douche in de lekkende badkuip van Shauna is het tijd om de rest van de cadeautjes voor de voedselbank te halen. Na het kopen van de boeken is er nog zeventig dollar over, om spulletjes aan te schaffen bij de dollarshop. Het liefst willen we bruikbare en leerzame verantwoorde dingetjes kopen waar de kinderen echt iets aan hebben. Koen beslist tot de aanschaf van kleurboeken, potloden, waskrijtjes, schetsboeken, jongleerballen, domino, memory, goocheldoosjes, flashkaarten, wiskundeboekjes en nog veel meer. Inclusief de leesboeken van gisteren schatten we dat er voor vijftig kinderen iets gekocht is. Jammer genoeg is de voedselbank dicht vandaag en Kim is wandelen.

We brengen de spullen dus bij Shauna op het werk en zij zal zorgen dat het bij de juiste mensen terecht komt. Om elf uur kunnen we Golden uiteindelijk verlaten met een goed gevoel. We hebben zeker iets leuks gevonden maar hebben nog budget voor andere projecten. We zijn nog geen kilometer de highway op als we wederom moeten stoppen voor wegwerkzaamheden, het lijkt wel of ze overal nog even snel de wegen winterproof maken. Na een goede twintig minuten vertraging kunnen we eindelijk verder en al snel rijden we het Joho National Park in. De eerste stop hier is de Wapta waterval. De auto gaat op de parkeerplaats en we wandelen een kilometer door het bos tot we het geluid horen van de waterval. Er zit nog genoeg smeltwater in de vijftig meter brede rivier, dus is het over twintig meter neerstortende witblauwe water prachtig om te zien.

Via een steile shortcut gaan we naar de rivierbedding. Hier ligt heel veel leisteen en Rhianne vind een paar mooie conglomeraatsteentjes. Op de terugweg schieten nog een paar eekhoorntjes voor onze voeten langs, daar hebben ze er veel van in dit deel van Canada. De autoroute voert verder door mooie valleien en we zien verschillende gletsjers. We volgen een stukje van de spoorlijn en één keer krijgen we de mogelijkheid wat mooie plaatjes te schieten vanaf een brug. Ongeveer tien kilometer van de weg af ligt onze volgende bestemming het Emrald Lake. Zo mooi blauw water hebben wij eigenlijk nog nooit gezien en de foto die we schieten is echt een reisgidsplaatje.

We wandelen een halfuurtje langs het meer en eten op een paar rotsen onze late lunch. Aangezien het al tegen vieren loopt als we terug zijn bij de auto, beslissen we om in het bezoekerscentrum een dagpas te halen voor morgen en dan naar onze volgende slaapplek te gaan. Dit is het Whiskey Jack wildhostel bij de Takakkaw waterval. Deze waterval is echt magnifiek en dat betekend het dus ook in Cree Indian. Een heel smal maar vol stroompje komt uit de berg, valt meters naar beneden, klapt op de rotsen en spat in een brede stroom uiteen die nog ruim 250 meter naar beneden valt. Het is de 2e hoogste waterval in Canada. We checken in, krijgen een rondleiding en kiezen bedden met uitzicht op de waterval. Het hostel is volledig van hout, er is geen elektriciteit maar wel stromend water en gas. Dit laatste wordt gebruikt voor de verlichting, verwarming en de koelkast. Niet verwonderlijk dat het her een der een beetje naar gas ruikt.

We ontmoeten een Zwitsers stel waarvan de helft geen Engels spreekt. Een mooie gelegenheid om ons Duits onder het stof vandaan te halen. Voor het eerst tijdens ons verblijf in Canada gaat het regenen. Geen kampvuur vanavond maar gezellig bij gasgloeilampjes het verslag bijwerken en lezen. Totale afstand vandaag: 97 km.

16 september. Als we wakker worden is de waterval verstopt achter een regen- en dampgordijn. Het duurt eventjes voor het beetje opentrekt en droger wordt. Helaas geldt dit niet voor de bergtoppen, dus de geplande Ice Line wandeling gaat niet door. We rijden met de auto naar de voet van de Takakkaw waterval. Behalve nat van de waterdamp worden we het ook van nieuwe regen en dus beslissen we naar Lake Louise door te rijden ondanks dat we het jammer vinden van Yoho Park.

Net voor we het park uitrijden zien we eland lopen, ons eerste grote wildlife in Canada na de orka’s. We maken vlug een foto van de elk die een beetje gevangen zit tussen twee wegen in en rijden dan verder. We stoppen bij een speciale tunnel van de van de Canadian Pacific Railway. Het is een spiraaltunnel die is aangelegd om het stijgingspercentage van het treintraject te verminderen. Bij de aanleg tussen 1881 en 1885 was er een helling gemaakt van 4% waar regelmatig treinen uit de rails liepen. Door de tunnel die een boven- en benedenloop heeft, is het stijgingspercentage teruggebracht tot de gewenste 2%. Wij staan nu bij de benedenloop en hebben goed uitzicht op de twee tunnelopeningen. We hebben mazzel want net voor we weggaan, dient zich een trein aan. In de regen blijven we wachten en dit is zeker de moeite waard. Het is een machtig mooi gezicht hoe, een wederom zeer lange trein, eerst voorlangs komt, dan verdwijnt tussen de bomen en na vijf minuten bij de eerste tunnelopening komt. Na weer vijf minuten komt de trein uit de tweede opening en het achterste deel rijd nog tien minuten voorlangs bij ons.

Zeker leuk om het filmpje een keer te bekijken.
Als we aankomen in Lake Louise Village is het droog. Via het bezoekerscentrum rijden we naar het HI hostel. Hier is de actie drie nachten slapen, twee betalen en daar houden wij van. We gaan naar het meer en maken hier, ondanks de zware bewolking, de beroemde foto van de Queen Victoria gletsjer achter Lake Louise. We maken ons op voor een wandeling naar het theehuis bij Lake Agnes. In totaal is dit 10,8 kilometer lopen en we krijgen een hoogteverschil van 495 meter voor de kiezen. We wandelen in ruim anderhalf uur naar boven. Bij aankomst trakteren we ons op thee met bananenbrood en rusten even lekker uit. Als bonus wandelen we daarna naar het uitzichtpunt bij Little Beehive vanuit hier hebben we uitzicht over de vallei waar Lake Louise en het bijhorende dorp inliggen. Voor we naar beneden gaan wordt een foto gemaakt van de omliggende bergen en houd deze even in gedachten.

Ondanks dat het theehuis al gesloten is en het al laat in de middag is komen we nog flink wat mensen tegen die omhoog lopen, ze moeten het maar willen. Wij gaan shoppen in de plaatselijke supermarkt en deze is enorm duur en heeft een beperkt assortiment. Goedkoop komen we niet verder dan een broodje hotdog en sla. We eten onze maaltijd op de rustige zolder van het hostel in plaats van de drukke en galmende keuken. Bijna tegelijkertijd met onze Duitse kamergenoten gaan we naar bed. Totale afstand vandaag: 48 km.

17 september. Rhianne heeft vandaag een gratis fotografieworkshop, die georganiseerd wordt door Canadianparks, aangezien het begin van de herfst start. Wij hebben maar één goede camera en daarom gaat Erwin ondertussen proberen de achterstand van de verslagen een beetje bij te werken en wat andere computer dingen doen. In dit hostel hebben we de snelste draadloze verbinding tot nog toe en het uploaden van filmpjes en foto’s gaat dan ook razend snel. De workshop van Rhianne start in het toeristenbureau en wordt gegeven door een beroepsfotograaf (Len Cyca) die vrijwillig zijn zaterdag heeft opgeofferd. Het onderwerp zal zijn compositie van foto’s en dan vooral gericht op de bomen die nu van kleur veranderen om hun naalden te laten vallen.

De groep bestaat uit acht deelnemers, één gids van Canadianparks en een ingehuurde hikinggids. Zijn rol was zelfs voor hem zelf niet duidelijk. We hebben het maar gehouden op beren verjagen en wat vragen over de omgeving beantwoorden. Hij zelf vond het wel leuk om betaald te worden om meer te leren hoe hij zijn camera kon gebruiken. De eerste twee uur van de workshop worden besteed aan het theorie gedeelte. Aan de hand van voorbeeldfoto’s en een hoop moeilijke Engelse termen wordt uitgelegd waar alle knopjes op de camera nu echt voor zijn. Daarna wordt het veld in gegaan en wel naar Moraine Lake. Hier wordt een makkelijke trail gelopen naar een meer. Over de eerste kilometer wordt ongeveer een uur gedaan. Elk object wordt gefotografeerd en tips en trucs worden meegegeven. Vervolgens wordt besloten om op de landschappen te gaan richten. Een waterval wordt het volgende object. Aan het eind van de trail is een open vlakte met meren, besneeuwde bergtoppen ook een hele dreigende wolk die snel op de groep af komt. Een aantal gaat eerst lunchen, de andere maken wat foto’s.

Nog voor Rhianne haar lunch op heeft zijn de bergen niet meer te zien en komt er een sneeuwstorm over de groep heen. Gelukkig is het sneeuw en niet de verwachtte regen die voorspeld was. Na een kwartiertje is de sneeuw op en wordt het weer wat beter. Om 15.15u worden in het bezoekerscentrum elkaars foto’s bekeken. Een eindeloze sessie dezelfde foto’s worden op een groot scherm geprojecteerd. Toch leuk om te horen van een beroepsfotograaf dat je een aantal goede foto’s gemaakt hebt. Zo ongeveer op dit moment komt Erwin een kijkje nemen in het bezoekerscentrum. De workshop van Rhianne is veel later klaar dan de geplande 15.00 uur en aangezien hij de computer wel even gezien heeft is hij maar richting het centrum gegaan. Tijdens het wachten ziet hij nog heel wat foto’s de revue passeren voor Rhianne rond zes uur klaar is. Samen lopen we even naar de té dure supermarkt voor de ingrediënten van ons avondeten. Het is flink gaan regenen en we gaan dan ook snel terug naar het hostel. In de keuken is het wederom druk en lawaaiig. We eten onze kip met mais en aardappel dan ook maar in de zolderkamer van het hostel. Totale afstand vandaag: 0 km.

18 september. Er staat een tripje naar het zestig kilometer verderop gelegen Banff op het programma. We kiezen voor de meer toeristische weg 1A over de Bowvalley Parkway. Langs deze weg zijn wat meer interessante stopplaatsen dan de langs de highway. Ook is er een grotere kans om wildlife te zien. Net als we het hebben over het weinige wildlife wat we gezien hebben, staat er ineens in een bocht en dertig meter voor de auto een eland (elk) op de weg. Dit uit de kluiten gewassen rendier schrikt net zo hard van ons als wij van hem. Het lukt ons nog net om hem, voor hij in het dichte bos verdwijnt, op de foto te krijgen. De Johnston Canyon is dé toeristische trekpleister waar we stoppen. De afgelopen duizenden jaren heeft het gelijknamige riviertje deze canyon uitgeslepen uit het zachte leisteen. Op sommige plaatsen is het ravijn meer dan negentien meter diep en toen de piramides in Egypte nog nieuw waren, was de canyon half zo diep.

Samen met een kolonne toeristen wandelen we naar de onderste waterval van de rivier. Een oude, door het water uitgeslepen tunnel, zorgt ervoor dat we tot op een paar meter van de waterval kunnen lopen. Natuurlijk lopen wij even door naar de bovenste watervallen wat een klim betekend van een paar kilometer. De meeste toeristen nemen deze moeite niet en het wordt dan ook rustig op het pad. Deze watervallen zijn zeker de moeite waard van de inspanning. Boven nemen we even rustig de tijd om een enorme raaf, die net zo groot is als een kip, op de foto te zetten. Op weg naar beneden breekt eindelijk het zonnetje een beetje door het dikke wolkendek en dat geeft de gelegenheid een aantal foto’s mooier te maken dan op de heenweg. Met de auto vervolgen we onze weg naar Banff. We stoppen nog even bij het Muleshoe uitzichtpunt. Hier loopt een de treindijk tussen een grote waterplas en een meer met helder water door. We hebben enorm mazzel, want net als we een goed plekje hebben om een foto te maken, kondigt een trein zich aan, wat het plaatje compleet in de herfstkleuren.

Eenmaal in Banff rijden we eerst naar de Bow Falls. Deze niet hoge maar wel brede waterval in de Bow rivier geeft wederom een mooi uitzicht. Tussen de spetters van een nieuwe regenbui door maken we er een foto van. Banff zelf is een knus stadje met veel oude gebouwen. In een van de vele souvenirwinkeltjes in de hoofdstraat schrikt Rhianne van een knuffel Moose (Amerikaanse Eland) die op de grond ligt en gaat giechelen als er langs de sensor gelopen wordt. Voor we Banff verlaten doen we in de grote supermarkt inkopen voor de komende drie dagen en geven de auto een likje brandstof. De provincie Alberta heeft namelijk een lagere belasting dan British Columbia en de komende dagen zullen we weinig supermarkt of tankstation tegen komen. Als het begint te schemeren aanvaarden we de terugweg naar Lake Louise. We kiezen voor de zelfde weg in de hoop nog wat wildlife te kunnen spotten. We moeten wachten tot een paar kilometer voor onze eindbestemming als we nog een elk zien staan in de bosrand. Tegen de tijd dat we een foto kunnen maken is hij diep in het bos verdwenen. Deze nacht slapen we alleen op onze dormkamer, wat wel zo comfortabel is. Totale afstand vandaag: 126 km.


19 september.
Dit is een dag waar we het al weken over hebben vandaag gaan we starten aan, volgens de reisgidsen, een van de mooiste autoroutes ter wereld, de Icefields Parkway. Als we de gordijnen openschuiven balen we flink. Het is zo mistig en druilerig dat we de berg op een paar kilometer van het hostel niet kunnen zien. Als dan ook nog een keer de stroom uitvalt in het hostel (en de rest Lake Louise) is de snelheid er ook uit. Met hoofdlampjes wordt gedoucht en geschoren en in halfdonker ontbeten. We pakken de tassen in en om half tien kunnen we vertrekken. De mist trekt een beetje op, waardoor we sneeuw zien liggen op de hoge berg.

Haal nu de foto van 16 september weer uit je gedachten en zie het verschil. Jammer genoeg blijft het wel druilerig. Door de stroomuitval kunnen we geen parkpas krijgen in het bezoekerscentrum, maar wel aan het begin van de weg. In de hokjes hier hebben ze een aggregaat geplaatst. Op het moment dat we de beroemde weg oprijden trekken heel voorzichtig de wolken uit elkaar. We hebben drie dagen uitgetrokken voor de komende 230 kilometer dus we kunnen de meeste plekken bezoeken die we willen. Onze eerste stop wordt op de picknickplaats van Herbert Lake. Doordat het warme water wordt afkoelt door de kou van afgelopen nacht ( het was rond het vriespunt) is er stoom boven het water te zien. In combinatie met de regen die zachtjes valt geeft dit een dramatische blik die we eigenlijk niet willen.

MAAR er is hoop het wolkendek trekt open, de bergen worden goed zichtbaar en zijn prachtig door de verse sneeuw die erop ligt. Er trekken wolkenflarden door valleien en de zon laat zich een beetje zien. Krijgen we dan toch het mooiste beeld van de Icefield Parkway? JA! Vanaf het Hector Lake ligt er een klein laagje sneeuw in de bermen en dit geeft een winterse aanblik. Volgens kenners is de weg dan op zijn mooist. We stoppen, net als busladingenvol met toeristen, bij Crowfoot Glacier. Honderd jaar geleden waren hier drie uitlopers die samen een kraaienpoot vormde. Door de opwarming van de aarde is nog met moeite en dankzij een oude foto op een bord, anderhalve voet te onderscheiden. Wij vermaken ons met het maken van een aantal sneeuwballen er is zelfs meer dan genoeg sneeuw voor sneeuwpop. Veel mensen kijken ons vreemd aan als we het poppetje maken en als wij onze foto gemaakt hebben, volgen al snel vele toeristen ons voorbeeld met onze pop.

Bij het uitzichtpunt op de Bow Gletsjer staat een prachtig roodgebouw die fel afsteekt tegen de witte sneeuw. De sneeuwlaag neemt toe en als we naar “must see” Peyto Lake rijden ligt er op de parkeerplaats acht tot tien centimeter sneeuw. De eerste sneeuw van het seizoen zorgt voor winterwonderland, wat een ongelofelijke mazzel! Via de weg lopen we naar het uitzichtpunt van Peyto Lake. Bussen mogen oprijden tot een hoger gelegen parkeerplaats en we treffen dan ook een vol platform aan. Het uitzicht is ongelofelijk mooi. Omringt door bergen ligt in de diepte het strakblauwe meer, in groot contrast met zijn wit besneeuwde omgeving. We hebben genoeg sneeuw voorhanden om een bord te maken met “Peyto” erop en poseren hiermee op de foto. Dit vindt een Aziatisch familie zo leuk dat ze ook willen. De oudere kinderen maken een hart van de sneeuwcreatie en we maken zelf ook maar even een nieuwe foto.

Er loopt een pad naar boven waar nog niet veel mensen gelopen hebben. Door de sneeuw ploegen we tien minuten omhoog. Doordat Erwin zich omdraait precies op het moment dat Rhianne gooit, krijgt hij per ongeluk een sneeuwbal vol in zijn mik (nog bedankt daarvoor). Als de sneeuw uit oren en ogen verwijderd zijn maken we een groet voor Ries en Rianne in de sneeuw. Zij gaven ons de tip voor Peyto Lake. Op deze plek komen bijna geen toeristen meer en het uitzicht is misschien wel mooier dan op het eerdere punt. Schuifelend en glijdend gaan we terug naar de auto en leren Koen nog even hoe het is om ingegraven te zijn in de sneeuw.

De volgende stop is Waterfowl (watervogel) meer met de Chephren en Howse berg op de achtergrond. Er loopt een klein pad vanaf de weg naar het meer en weinig mensen stoppen hier dan ook omdat er niets te zien lijkt door de bomen. Wij zien toevallig wel een mooi vlak meer met een mooie maan naast de berg. Bij de inham van het Chephren en Cirque Lake houden we halt voor een wandeling. We maken een hike van twee kilometer naar een T-splitsing en kiezen hier voor de optie naar Chephren. Op een bewegwijzeringsbordje is in het Duits gekrabbeld dat het pad veel wortels, stenen water en modder heeft. Omdat het eerste stuk ondanks de sneeuw best goed te lopen was gaan het gewoon proberen. Binnen een kilometer blijkt wat de Duister bedoelde. Op sommige paden lopen tien verschillende trails door natte en slecht begaanbaar terrein. Onze schoenen dreigen onder te lopen en voor ons is de lol er snel af. We beslissen om terug te gaan en niet de schoenen te verknoeien voor de komende dagen.
Terug bij de auto trakteren we ons zelf op een heerlijk gebakje uit de supermarkt. Niet slecht acht voor de prijs van vier losse en nee we eten ze niet allemaal tegelijk op. De volgende natuurlijke knaller is de bijna twintig kilometer verderop gelegen Howse Pass. Net als bij de Johnston Canyon heeft het water van de rivier hier de stenen uitgeslepen. Een groot verschil is dat hier de rivier veel krachtiger is en de rotsen verschillende hardheden heeft. Resultaat is dan ook een slingerde en kolkende waterstroom tussen de rotsen in. Het laatste stukje van vandaag gaat naar het uitzichtpunt richting de Amery en Saskatchewan bergen. Niet de bergen maar het gras wat in drie kleuren tussen de berg en rivier groeit, geeft een mooi panorama. De lager komende zon helpt hier natuurlijk wel aan mee. We rijden terug naar het Rampart Kreek hostel. Ook dit is een wildhostel en we hebben dezelfde manager als bij het Wiskey Jack hostel in Yoho National Park. Dit hostel is iets kleiner, maar heeft wel een SAUNA!

Terwijl we wachten om in te checken komt een groep van twaalf personen binnen, zij blijken een georganiseerde reis te maken bij een touroperator. Jammer dat zulke groepen in de knusse wildhostels worden toegelaten. Met nog twee koppels, een fietser die tegen donker aankomt en een andere griet is het hostel zo goed als vol. De sauna is heerlijk. Op de houtkachel worden stenen verwarmd en daar wordt water opgegooid. Heerlijk! Het afkoelen doen we in de Wilcox Creek. Volledig onder dompelen is niet mogelijk in het ondiepe en snelstromende gletsjerwater. Maar bij twee graden is de rest natgooien ook voldoende. Bij het kampvuur worden we nog gewaarschuwd voor beren. Genoeg geluid maken als we vannacht gebruik willen maken van het toiletgebouw elders op het terrein. Totale afstand vandaag: 96 km. 

20 september. Bij het opstaan is het berenkoud buiten, maar dan zonder beren. Het is helder en de zon bereikt net een aantal bergtoppen. Een fascinerend gezicht hoge bergen met een verlicht puntje. Bij gebrek aan een ijskrabber is de auto ijsvrij maken een flink werkje met de twee centimeter brede label van de autosleutel. We zijn klaar voor de tweede dag Icefields Parkway en we hebben er weer ongelofelijk veel zin in. De drie kleuren gras die we gisteren fotografeerden zijn nu voorzien van een ijslaagje. Niet alleen hier zijn sporen te zien van de koude nacht ook bij de Coleman Creek liggen grote waterplassen met een laag ijs.
We stoppen eventjes bij de Weeping Wall en de Bridal Veil Falls. De watervallen zitten hoog verstopt tussen de bergen en zij vrij donker om te zien. We rijden door naar het Icefield Centre en bezoeken daar de expositie over het ontstaan en veranderen van de Athabascagletsjer. Buiten zetten we ons op de foto met een Ice Explorer bus, de toeristische trekpleister van de Rockies. De bussen hebben wielen bijna net zo groot als een mens en kunnen op de Athabascagletsjer rijden. Gemiddeld maken 3000 mensen per dag gebruik van deze mogelijkheid. Ze betalen vijftig dollar per persoon voor een uurtje met de bus en mogen dan even op de gletsjer lopen.

Wij gaan wandelen op de gletsjer met een gids voor zestig dollar per persoon maar hebben dan vier uur de tijd. Onze gids is Peter en hij wordt vergezeld door zijn hond George. Op en rond de gletsjer ligt nog veel sneeuw van de afgelopen dagen. Aangezien het behoorlijk koud kan zijn krijgen we een extra jas, handschoenen, muts en bergschoenen. De één kilometer brede Athabascagletsjer is een uitloper van de Columbia Icefield. Op sommige plekken is het ijs meer dan driehonderd meter dik en de lengte nu is zeven kilometer. Dit lijkt heel veel maar honderd jaar geleden was de gletsjer nog bijna eens zo lang en vele malen breder. Ook dit is weer een typisch gevalletje van opwarming van de aarde en de afbrokkeling gaat hier steeds sneller.

We wandelen op tot een bordje waar het ijs in 1982 lag en krijgen hier een introductie. In totaal gaan we vier kilometer de gletsjer op en kijken voorzichtig in sommige spleten van de gletsjer die heel mooi blauw zijn. We eten een beetje gletsjer ijs en dat smaakt naar… water (inderdaad). We maken in de sneeuw een verjaardagsgroet voor onze zwager Pong die vandaag jarig is en proberen die bij terugkomst via het satellietinternet in het Icefield Centre te versturen. Helaas we kunnen geen bijlages versturen met deze computers. Niet echt handig maar gelukkig krijgen we ons geld voor het computer gebruik terug.

Het is nog een kleine twintig kilometer tot aan onze slaapplek voor vanavond. Onderweg is nog voldoende te zien. Bijvoorbeeld de Tangle watervallen die zijn op gebouwd uit meerdere lagen en waar deels naartoe gelopen kan worden. Jammer genoeg zien we de beloofde schapen niet.

We arriveren bij ons tweede wildhostel. Deze ligt weliswaar aan dichtbij de highway (weinig autoverkeer overigens) maar aan de achterkant is het uitzicht formidabel. De wortels met broccoli en aardappels worden genuttigd op een bankje met uitzicht op de vallei. Er blijkt niemand meer bij te komen en we hebben het hostel met manager voor ons alleen! We maken nog een kleine wandeling langs de rivier. Best wel een beetje spannend aangezien het hostel volgens de manager een huis grizzly beer heeft. Wij zien niet meer dan een muis en een prachtig stukje water waar de hoge bergen rimpelloos worden weerspiegeld. Totale afstand vandaag: 60 km.

21 september. Tijdens het klaarmaken van het ontbijt ontdekken we dat een muis zich te goed gedaan heeft aan onze rijst voorraad. Even opnieuw inpakken dan maar. We rijden terug naar het Icefield Centre om een nieuwe foto te maken van de Athabascagletsjer. Doordat de sneeuw smelt is er steeds meer te zien van de gletsjer. Nog iets verder terug start de Wilcox Pass wandeling. Tijdens de wandeling, waar flink wat stijgingspercentage, wordt evenwijdig aan de highway gelopen. Door de vorst van vannacht is de gesmolten sneeuw er glad geworden en is het een echte uitdaging boven te komen en de wind maakt het onaangenaam koud. Eenmaal boven is er een prachtig uitkijkpunt over de Athabascagletsjer. Nog verder omhoog ontmoeten we een ouder echtpaar van rond de zestig die hier ook rondlopen, respect! Als we even staan te praten met een Zwitsers koppel ziet Rhianne heel in de verte een aantal Bighorn schapen.

We lopen een klein stukje in hun richting maar willen ze niet te veel verstoren. Jammer genoeg denken andere toeristen daar anders over en zij begeven zich wel tussen de groep van minimaal twaalf schapen in. We gaan terug naar de auto en bezoek voor de laatste keer het ijscentrum voor een foto van de gletsjer. Eenmaal terug op de weg beginnen de nieuwe spots vanaf het hostel waar we sliepen. De grote rotsverschuiving van de Jonas Creek is al oud maar toch grootst om te zien. Tussen sommige autogrote stenen groeien nu volop nieuwe bomen. We zien de Bubbling Spring, een kleine plas met water waar vanuit de bodem continu luchtbellen opstijgen. Een echte toeristenplek zijn de Athabasca Falls en deze zijn zeker de moeite van stoppen waard. Vanaf de gletsjer die we bewandeld hebben gaat het witte water via de rivier naar deze grote en sterke waterval.

Ook hier is het zachte leisteen in de loop van de jaren uitgeslepen. Het water is erg wit door het vele silt in het water. Via de oude weg 93A leggen we het laatste stuk af richting Jasper. We stoppen nog een paar keer kort maar zijn er dan echt door de Icefield Parkway heen. Wij zijn het er over eens, dit is echt een bestemming die zeker de moeite waard is om te bezoeken. Eenmaal in Jasper kost het even moeite om de toeristeninformatie te vinden die in het park blijkt te zitten. We zoeken een slaapplek voor vanavond en krijgen een lijst met homestay accommodaties. Dit zijn B&B maar dan zonder ontbijt. Voor zestig dollar krijgen we een kelderkamer met een eigen douche. Niet verkeerd, jammer dat de vrouw des huizes een beetje kortaangebonden is. Aangezien we nog meer etenswaar tegenkomen met muizenhapjes eruit beslissen we om grote opruiming te houden in de auto. Om zeker te weten dat we geen ongewenst medelifter hebben leggen we een wafel op een prominente plek neer en gaan dan voor ons eigen eten zorgen. Er worden taco’s met boontjes opgewarmd in de magnetron, een combinatie die met sla best heel lekker te noemen is. Totale afstand vandaag: 136 km.

22 september. De wafels in de auto zijn onaangeroerd dus er is gelukkig geen muis. Voor we actief worden skypen we met Rhianne d’r ouders. Ondanks dat het een beetje regent en het best fris te noemen is gaan we op naar Vicious Cycle, een van de fietswinkels in de stad. We willen gaan mountainbiken en huren hier de fietsen. De toeters van de fietsen uit Cambodja en Vietnam worden geïnstalleerd om de veel voorkomende beren in het bos weg te jagen. Natuurlijk mogen de GPS, de camera en Koen niet ontbreken op het fietsstuur. We wachten even voor de spoorovergang op het laatste stuk van een ongetwijfeld lange trein en kunnen dan het parcours op. We fietsen track zeven en dat blijkt een goede keus. Het gaat langs de plaatselijke golfbaan en we stijgen via een aantal lastige klimmetjes met los grit, wortels en steen flink. Er zijn mooie uitzichtpunten te bewonderen. We stoppen even bij de toeristische Maligne Canyon en houden pauze op een rots. Her buiten het bos is het nog steeds behoorlijk winderig en er vallen zelfs weer een paar druppels regen. We gaan dan ook maar snel door. Het deel wat nu komt is ongetwijfeld het mooiste deel van het parcours. Via een smal pad sjezen we strak langs de berghelling golvend naar beneden.

Dit singletrack is fantastisch om te fietsen. Maar oeps te vroeg gejuicht. De lange afdaling over een steile helling met grit en los zand is behoorlijk lastig en de natuurlijke stenentrap is een echte uitdaging. Met pijn in de handen en banden met nog een beetje minder profiel komen we uit aan de andere kant van de Maligne Canyon uit. Aangezien we het laatste half uur helemaal niets meer gezien hebben van de canyon en de rivier lopen we een stukje langs het wandelpad terug. Dit is best heel mooi en we blijven zeker een uur rondwandelen. Eenmaal terug bij de fietsen blijkt het al half vier te zijn en we moeten nog terug naar Jasper. Tijdens de terugweg volgen we grotendeels de rivier en behalve een paar korte steile klimmetjes zijn het voornamelijk verraderlijke wortels waar we voor uit moeten kijken. Gelukkig komen we weer veilig aan bij de treinovergang en wederom is deze gesloten. Dit maal blokkeert een stilstaande goederentrein en één passerende de weg van het overige verkeer. Gelukkig voor ons is er een tunnel onder het spoor want pas een kwartier later als wij al bij de supermarkt zijn gaan de spoorbomen weer omhoog. Tegen zessen leveren we de fietsen weer in en gaan we terug naar onze homestay. Ons avondeten bestaat uit sla en magnetronlasagne, best aardig behalve de kaas dan. We zoeken nog een partij foto’s uit want we hebben er echt té veel gemaakt de laatste dagen en Erwin probeert weer een beetje verder bij te komen met de verslagen. Aantal gereden kilometers vandaag 34 km(op de fiets)
23 september. Deze ochtend skypen we met de ouders van Erwin daarna maken we ons gereed om te vertrekken. Voor we weg gaan rekenen we af bij de zeer commercieel ingestelde bewoners van het huis, ze zeggen alleen bedankt en doei!. Voor ons een nieuw soort B&B namelijk Bed&Betalen. We struinen nog even alle souvenirwinkeltjes van het dorp af op zoek naar leuke hebbedingetjes tegen lage belasting (in British Columbia is de belasting eens zo hoog) en gooien de auto nog even vol met dezelfde reden.

We nemen weg 16 naar het westen richting Mount Robson en hopen eindelijk beren tegen te komen. Behalve een aantal kraaien zien we weinig bijzonders. De bomen langs de wegen beginnen in herfstkleuren te komen wat een mooi gezicht is. Dit wordt wederom versterkt door de bergen van tussen 2500 en 3000 meter hoog met sneeuw op de toppen. De temperaturen rondom de auto zijn rond de 23 graden. We hebben weinig geluk met het wildlife want in het zestig kilometer lange gebied waar de Mooses (Elanden) moeten zitten zien we ook helemaal geen enkel exemplaar. We houden een pauze bij de Overlander waterval. Via een trail volgen we de Fraserrivier een stukje tot een oude ”cabin” die gebruikt is bij de aanleg van de Pacific Railway en gaan dan terug naar de auto. Een andere waterval die we vandaag bezoeken is de Rearguard in de Fraserrivier. Dit is de natuurlijke grens tot waar de zalmentrek in augustus komt. Alleen de allersterkste en grootste Chinook zalmen leggen de 800 mijl af vanaf de oceaan en komen tot hier. Nu zijn er geen zalmen meer te zien, alleen een hele woeste waterval met veel draaikolken. Via highway five south bereiken we onze eindbestemming van vandaag Valemount. Na een bezoek aan de plaatselijke IGA, oftewel supermarkt rijden we naar één van de vele campgrounds. We besluiten na het horen de (regenachtige) weersvoorspelling onze net niet stationwagen om te bouwen tot stationwagen. Best handig zo grote compacte auto met skiluik. Aangezien de haardblokken onder ons matras liggen om de vloer enigszins egaal te maken hebben we geen kampvuur vanavond. We eten dan ook maar door de supermarkt gebraden kip met aardappelsalade, sla en druiven en moeten goed oppassen dat de eekhoorns ons niet helpen.

Na het eten regent het nog niet maar we hebben geen zin meer om onze frietzaktent op te zetten. Wat we wel doen is het, in het pikkedonker, verplaatsen van onze rijdende hotelkamer dichterbij het toiletgebouw. We poetsen de tanden en staan op het punt om te gaan slapen. Twee vakantiegangers met een camper kijken ons zo vreemd aan dat we even gaan kijken bij ze. Het blijkt ook een Nederlands koppel te zijn, die zich afvroegen of wij gaan slapen in de auto. Ja dus. Onder het genot van een biertje en dichtbij hun vuurtje geven we de tekst en uitleg over onze reis en dus ook de creatieve manier van boekhouden. Pas laat in de avond gaan we alsnog naar onze matjes en het regent nog steeds niet. Aantal gereden kilometers vandaag 126 km

24 september. Vannacht is het droog gebleven en onze Senato Inn heeft prima geslapen. Door onze oogdoekjes was het goed donker en pas om half acht hebben we genoeg slaap gehad. De auto is wat nat binnen ondanks dat het raam opengestaan heeft. Waarschijnlijk komt het doordat het kwik tot onder de zeven graden gedaald is. De airco krijgt droogtrekken niet voor elkaar, dan maar papier uit het toiletgebouw. Om acht uur verlaten we de camping en rijden in een morgen zonnetje en strak blauwe hemel richting het westen. We stoppen bij de Cranberry Marsh Trail. Op de plaats waar lang geleden een gletsjer gelegen heeft is nu een gebied gemaakt met veel watergangen en riet voor watervogels en bevers.

Er zijn twee uitzichttorens geplaats en voor ons nog belangrijker, heel recent zijn er beren gezien. We wandelen een uurtje rond, beklimmen de torens en zien heel wat eenden en ander klein wild maar wederom geen beer. In één keer rijden we door naar Blue River. We hebben wederom last van wegwerkzaamheden. Vandaag een lesje asfalteren met grote stoomwolken en zes grote machines achter elkaar op een stukje van tweehonderd meter.

We luisteren in de auto naar de weekendcountdown van de meest gedownloade nummers, dit resulteert in de muziek die we doordeweeks ook horen, wat een afwisseling. De Nederlanders die we gisteren ontmoet hebben, hebben in Blue River een bootsafari gedaan met een speedboot om beren te zien. Ze hebben er drie gezien en dat willen wij ook wel, maar niet met een speedboot. Bij gebrek aan een toeristencentrum vragen we bij de plaatselijke camping om andere mogelijkheden. Het wordt met de speedboot voor tachtig dollar per persoon, voor vijftig dollar een kano of wandelen. Aangezien het weer prachtig is en de temperatuur rond de vijfentwintig graden schommelt, beslissen we te gaan kanoën op het Mud Lake. Aangezien de weg er naar toe niet meer is dan een modderig trail krijgen we een oude Jeep mee. We hobbelen in een kwartier naar het meer toe en vinden inderdaad twee kano’s aan een ketting. We kiezen de, in onze ogen, beste uit, droppen de spullen erin en gaan te water. Het is heerlijk warm, geen wind en strak blauw. We blijven dicht bij de kant om onze berenkans te verhogen. Tot aan de waterval met steenstrand zien we geen enkele beer, we hebben dan drie kwartier gepeddeld.

De boten van safari stoppen alleen op één plek aan de overkant van het meer en dat is te ver voor ons. We nemen een kijkje bij de waterval die een meter of dertig hoog is en hebben daar ook een kleine lunch. De boten van de tour leggen hier ook aan en de poppetjes gaan schaapsgewijs op de foto met de waterval. We kanoën nog een halfuurtje, tegen de inmiddels een beetje aangewakkerde tegenwind, verder naar de lagune van het meer. Het water is hier zo ondiep dat zelfs onze kano vastloopt. Helaas ook geen beren hier. In een halfuur tijd dat hierop volgt gaat het steeds harder waaien en trekt de lucht razendsnel dicht. We hebben geluk dat we wind mee terug kunnen en zijn dan ook heel snel bij het eiland in het midden van het meer. Volgens bronnen zwemmen beren hier naar toe, maar helaas, wederom geen beer. We gaan terug naar de auto en vinden het na drie uur peddelen welletjes. We brengen de jeep terug en rijden verder naar Clearwater. De weg hier naartoe is grotendeels erg saai, alleen de treinbrug over een vallei vlak voor het dorp is erg mooi. Helaas geen trein om het plaatje af te maken. Tien minuten voor sluitingstijd zijn we in de supermarkt om ons benodigde avondeten bestaande uit sla, komkommer, tomaat en tonijn stukjes bijeen te sprokkelen ons toetje is echte Maple vla, wat nog het beste te vergelijken is met hopjesvla. We gaan voor nog een nachtje autokamperen en rijden naar het Dutch Lake Resort. Voor 28 dollar staat onze auto weer een nachtje op het tentveld. We hebben geen elektriciteit maar wel Wi-Fi. Na ons eten gaan we in het restaurant de laptop opladen en bestellen dan gelijk een Canadees kaasplankje. Deze is heerlijk en pas bij sluitingstijd gaan we met een volle buik en laptop naar de auto terug. Aantal gereden kilometers vandaag 202 km

25 september. Het heeft vannacht geregend maar het was totaal niet koud. We maken gebruik van een verfrissende douch voor we de camping achter ons laten. In de supermarkt die als enige winkel ook op zondag open is kopen we echte Maple-producten zoals syroop, thee en koffie. Maple betekent esdoorn en van het blad van deze boom maken de Canadezen veel producten. Niet voor niets is het blad van deze boom opgenomen in de Canadese vlag. In het toeristenbureau vragen we wat informatie over het dichtbij gelegen Wells Gray park. Het mooiste zijn drie watervallen. Aangezien we hiervoor honderd kilometer moeten omrijden en we al veel watervallen gezien hebben beslissen we door te rijden naar 108 Mile Ranch, een oud goudzoekersstadje. We volgen highway vijf tot Little Fort en kiezen daar de highway 24. De omgeving bestaat voornamelijk uit gras en hooi land. Naast herfstkleuren overheerst de kleur geel. We rijden al kilometers het mooie weer te gemoed en het lijkt net of we op de zee aanrijden zo blauw is de lucht verderop. Pas als we vele meren zijn gepasseerd, de meest mooie herfstkleuren hebben gezien en het liedje Party Rock Anthem van LMFAO voor de honderdste keer horen op de radio, komt het blauw dan toch boven ons. We zijn ondertussen aangeland in een gebied vol ranches met paarden en maar weinig koeien. Het visitorcentre van 100 Mile House wordt onze eerste bestemming, maar deze blijkt gesloten te zijn op zondag en dat is de dag dat wij langskomen, helaas. Dan maar meteen door naar 108 Mile Ranch. Bij het golfresort vragen we nog even de weg naar de historische plaats in het dorp.

Een deels opgezet wijkje zoals het leven er eind 1800 uit zag: de grootste Clysdale stal , een kerk, postkantoor, een bank etc. Helaas is de eerstvolgende openingsdatum mei 2012. Hier op wachten duurt ons net iets te lang, of te wel het museum is gesloten voor het seizoen. Het is pas twee uur maar toch gaan we terug naar het resort. We regelen een kampeerplaats voor de auto en mogen dan ook gebruik maken van de resortfaciliteiten. Het lijkt prachtig weer om het, volgens het personeel, verwarmde zwembad uit te proberen. Door harde wind en het toch niet heel warme water zijn we snel uitgespeeld met de opblaasbare basket en bijhorende strandbal. Net als we opgedroogd zijn verdwijnt ook nog eens de zon achter de wolken.

Het ziet er voorlopig niet naar uit dat onze verwarming nog terugkomt, dus gaan we naar de sauna. Als deze eenmaal is opgewarmd na een halfuurtje is het echt genieten geblazen. We rouleren een aantal keren tussen hete sauna en koude douche voor we gaan eten. We mogen gebruik maken van de gasbarbecues om onze hamburgers te verwarmen. Samen met de kaasbroodjes en aardappelsalade meer dan genoeg om onze magen te vullen. De rest van de avond zitten we in de gezellige lobby van het resort waar we weer een hoop foto’s uitzoeken. Aantal gereden kilometers vandaag 166 km.

26 september. De ramen van de auto zijn flink beslagen als we wakker worden. Het is dan ook maar vijf graden als we op de temperatuurmeter kijken. Gelukkig geen storm en onweer gehad die wel voorspeld was. We zijn vroeg wakker en kunnen vanuit onze hoge plek een mooie zonsopkomst zien.

Aangezien slapen niet meer lukt gaan we terug naar de warme lobby. Hier nuttigen we ons eigen ontbijt in plaats van het dure maar wel lekker uitziende ontbijt van het resort. Wel krijgen we een lekkere warme chocomel en thee. Met de Wi-Fi regelen een bus vanaf Vancouver naar Seattle, zoeken nog meer foto´s uit en werken het verslag weer een stukje bij. Om half twaalf hebben we genoeg gecomputerd en gaan we de weg weer op. De route tussen 108 Mile Ranch en Lillooet die we vandaag rijden is de goudzoekerstrail en een groot deel van de route gaat door langlaufgebied in de wintermaanden. In 100 miles house zetten we dan ook nog even de langste langlaufski’s ter wereld op de foto, maar hoe lang ze precies zijn is nergens te vinden. Het is een druilerige dag en we hebben mazzel dat we in 83 Mile House het buitenmuseum droog kunnen bekijken vanuit de auto. Het museum stelt niet veel voor. Het zijn wel erg veel landbouwmachines, maar de meeste zijn erg verroest en sommige zelfs verrot. Het mooiste zijn nog de koetsen die binnen staan en die zijn bijna niet te zien. Net voor Clinton veranderd het landschap, de bergen worden lager, glooiender maar het vele gele gras blijft vertegenwoordigd. Ook “Adopt a highway” begint weer, wat in houd dat bedrijven, instellingen of particulieren een stuk highway kunnen kopen, het enige wat ze hoeven te doen is eens per jaar de weg schoonmaken. Eenmaal in Clinton blijkt ook het Cariboo Museum dicht te zitten voor het seizoen, waar we meer hadden kunnen zien van het goudzoekers verleden van deze streek. Wel open is een antiekshop en aangezien Koen nog graag wat antiek schakelmateriaal wil hebben voor de vader van Erwin gaan we even kijken.

Buiten staat al een grote hoeveelheid aan spul maar binnen staat over twee verdiepingen nog veel meer. Behalve honderden isolatoren die aan de elektriciteitspalen langs de weg hebben gehangen kunnen we eigenlijk niet vinden wat we zoeken. We vragen het de baas en we blijken gewoon verkeerd te zoeken. Buiten staan namelijk nog twee grote zeecontainers en één daarvan ligt tot de nok toe vol met elektriciteitsspul en loodgietersspullen. Lichtelijk getraumatiseerd van de vele oude spullen komt onze Koen na ruim een uur weer naar buiten en adviseert bij deze zijn opdrachtgever om een nieuwe vitrinekast te vragen voor zijn verjaardag. Voor de eigen collectie kopen we nog een Indiaans muziekinstrument van de Noordelijke Haida Carrier of Chilcotin stam. Als we de weg vervolgen snappen we waarom de antiekshop zoveel isolatoren had, langs de weg die we nu volgen staan meerdere rijen elektriciteitspalen helemaal vol gehangen met isolatoren. Als we de Marble Canyon inrijden wordt het landschap dor. De bergen zijn ruiger en er is wederom veel leisteen en zand te zien. Regelmatig vallen hier stenen naar beneden en we ontwijken dan ook behendig vuistdikke stenen. Het volgende stuk is flink dalen en dan nog komen mooi hoog boven Lilliout uit.

Vanaf een uitzichtpunt hebben we prachtig uitzicht over de oude verkeersbrug en treinbrug die de Canyon oversteken. Helaas voor ons komt er geen trein aan want deze is echt voor kilometers te volgen. Het toeristenbureau is behalve op zondag ook op maandag gesloten en dus wederom moeten we het zelf uitzoeken. Aangezien het erg fris en regenachtig is en we eigenlijk ook wel een keer in een gewoon bed willen slapen kiezen we het eerste de beste motel. Deze blijkt zelfs een keuken in de kamer te hebben dus dat is ideaal. We shoppen even ons avondeten bij elkaar, Erwin repareert nog even, een bij nader inzien, groot gat in zijn broek en we werken weer een stukje verslag bij. Aantal gereden kilometers vandaag 194 km.


27 september. Het eerste wat we doen als we wakker worden is Skypen met de jarige moeder van Rhianne. Daarna doen we nog een beetje administratie vanuit de auto en gaan dan naar het nu open zijnde informatiecentrum. We vragen leuken dingen voor onderweg en bekijken gelijk het dorpsmuseum wat zich in het zelfde gebouw bevindt. Voor we de stad verlaten brengen we een bezoek aan de oude verkeersbrug uit 1881. Deze is nu gerestaureerd en alleen nog open voor voetgangers. Hiervoor was op deze plek een pond met touw. Een paar kilometer buiten Liliooet stoppen we bij de Upper Setonriver, ook hier is de zalmen voortplanting aan de gang. In tegenstelling tot de eerste sessie die we zagen in Scotch Creek, zijn de zalmen hier niet vuurrood, voor ze sterven. Wel zijn er veel meer zalmen in deze rivier. Boven op de berg stoppen we nog een keer voor uitzicht over het Seton Lake. Terwijl onze weg zich gaat vervolgen door de bergen gaat de treinlijn het meer volgen langs de bergrand. Eén ding is zeker voor treinspotters met geduld is Liliooet echt een leuke plaats voor het maken van mooie foto’s. Diep onder ons, in de treinbocht waar we zojuist stonden om naar de zalmen te kijken, denkt Erwin een beer gezien te hebben. Helaas is het te ver weg, is op de ver ingezoomde foto niets te zien en ontbreekt Rhianne als second opinion. Dus ook deze tellen we niet mee in de wildlife spottinglist. We rijden vandaag op richting Whistler. Het is 130 kilometer rijden over een weg die vol bochten en steile afdalingen zit. Hierdoor  duurt de tocht wat lang.


Onderweg zien we diepe dalen met een kolkende rivier, stenen op de weg en scheuren in het wegdek, talloze steenlawines die zijn geweest in de afgelopen jaren en weer de eerste besneeuwde bergtoppen sinds we de Rockies uit zijn. In het laatste stuk van de ‘coast cariboo’ route is men met de weg bezig. Dit betekend steil omlaag, maar dan zonder vangrail. Er staan slechts wat betonnen duploblokken om de steenlawines op te vangen. Dan komen we uit in Pemberton, een plaatsje in Western style. Zo is dus ook de Mac volledig uit hout opgbouwd. We besluiten om de Mac eens te proberen en bestellen een Mac Flurry en een milkshake. Na een paar happen van de Mac Flurry blijkt dat deze helemaal niet gemixt is. Rhianne gaat terug om te vragen of ze dit nog even willen doen. Haar ijsje wordt pardoes in de prullenbak gegooid en er wordt iets gebrabbeld dat er iets op is en ze 2 nieuwe krijgt… En zo geschiet, Rhianne krijgt 2 (net iets kleinere) snack size Mac Flurry’s. Heerlijk, maar wel iets te vullend. Bij deze Mac zijn ze ook op zoek naar nieuwe werknemers; bij  de kassa ben je het gezicht van de Mac, als kassamedewerker bij de Mac Drive krijg je een coole headset en als je meer iemand bent voor achter de schermen kan je zorgen dat het eten een hoogwaardige kwaliteit heeft. Vet man!! Als je het maar leuk omschrijft worden zelfs de simpelste baantjes geweldig stoer. Propvol van de ijsjes en de milkshake rijden we verder naar Whistler.

Het begint dicht te trekken en ook de regen laat niet lang op zich wachten. Whistler is een dure plek om te slapen, maar aangezien het nu tussen het zomer en het winterseizoen in zit zijn de prijzen al een stuk lager. We gaan naar de enige camping in Whistler en hebben de keuze om in een yurt te slapen of in onze eigen tent. Met de regen buiten willen we toch liever iets meer bewegingsruimte binnen, dus het wordt de yurt. Helaas, geen mooi authentieke Mongoolse yurt, maar een namaak. Gelukkig wel met een heerlijk bed en elektrische kachels. De avond besteden we met boodschappen doen en verslagen bijwerken, pff wat een achterstand. Aantal gereden kilometers vandaag 149 km 

28 september. Als we wakker worden is het nog steeds bewolkt. De sombere ochtend besteden we dan ook met het typen van verslagen… En we beginnen alvast met inventariseren hoeveel ruimte we te kort gaan komen in onze tassen als de auto morgen ingeleverd wordt. Als de ochtend verstrijkt wordt het steeds lichter buiten en we hebben goede hoop dat we een volgend letterlijk hoogtepunt kunnen gaan toevoegen aan onze reis. We willen graag een rondje maken in een watervliegtuig en de gletsjers rondom Whistler van dichtbij gaan bekijken. Er blijkt alleen een vlucht om twee uur te zijn en daar schrijven we ons dan ook voor in.


We moeten ons nog twee uurtjes vermaken in het centrum en die tijd wordt onder andere besteed aan het maken van een foto bij de bekende Olympische ringen op het marktplein en aan het zoeken van een kapper voor Erwin. Helaas is er alleen een net niet helemaal kort kapper beschikbaar en dus blijft het haar op sommige plekken wat langer. Net over tweeën gaan we het watervliegtuig in. Beiden krijgen we een plek bij de nooduitgang, altijd een fijn idee. Het opstijgen gaat heel soepeltjes. Eerst een mooi uitzicht over de golfbaan en daarna steeds hoger richting de bergen met sneeuw en gletsjers. Voor het eerst hebben we nu dichtbij zicht op onaangeraakte sneeuw en gletsjers, prachtig!!

We kunnen het blauw zien in de scheuren van de gletsjers, meren waar men met veel moeite heen kan hiken en stukken bos waar eigenlijk nooit iemand komt behalve de wilde dieren. Op de terugweg maken we nog een rondje langs wat Olympische sights van 2010: de ski-afdalingen, langlaufparcours en de te snelle bobsleebaan. Voordat we landen op het water. Het voelt eigenlijk niet veel anders aan dan op het land, afgezien dan dat het niet hobbelde, maar het vliegtuig het water in drukt. Weer een geweldige ervaring rijker, rijden we naar Vancouver Noord waar we een couchsurf-adresje hebben.


We volgen de Sea to Sky Highway, nummer 99 South. Een mooie weg langs golf van Howe Sound. Toch zijn de uitzichten minder spectaculair als we hadden verwacht maar dat komt waarschijnlijk doordat wij de Rockies gezien hebben. Eenmaal bij het huis van Rob is hij er nog niet. Om de tijd te vullen brengen we een bezoek aan de Lynn Canyon Suspension Bridge. Deze in 1912 gratis brug is een kleinere variant van de zeer toeristische en dure Capilano Suspension Bridge en ligt er slechts een paar kilometer vandaan. De brug hangt vijftig meter boven een diep dal met uitzicht op een waterval.

We gaan een tweede poging wagen bij het huis in de hoop iemand aan te treffen. Helaas nog steeds niet. Drie maal is scheepsrecht, dus eerst maar wat eten dan. De overgebleven spaghetti en wortels worden opgegeten maar ook na dit halfuur wachten is er echt niemand. We besluiten toch maar een camping op te zoeken, aangezien het nu donker begint te worden. De enige camping in het noorden van Vancouver is prijzig! Gelukkig krijgen we korting met de ANWB kaart. Veel te duur slapen we op een vreselijke rijtjescamping, zonder kampvuurplaats. Wel hebben we uitzicht op de Lions Gate Bridge die mooi verlicht is in het donker. Erwin gaat hem nog even wat beter bekijken en fotograferen en Rhianne besluit om in de lounge nog wat achterstallig typewerk te gaan doen. Op zijn zoektocht naar een mooie foto plek stuit Erwin op een grote shoppingmall en weet hij twee bakjes thee te scoren. Zo kan het gemis van een warm vuurtje nog enigszins gecompenseerd worden. In het donker maken we dan onze auto gereed voor de nacht. En we moeten beide erg lachen als er twee wasberen voorbij komen. Tijdens onze hele trip in dit land geen beer gezien en nu op een stadscamping twee stuks…Aantal gereden kilometers vandaag 154 km.
29 september. Vandaag moeten we de auto inleveren, alweer een periode voorbij. Ook de laatste nacht in onze rijdende hotelkamer was prima ook al was het onverwachts. In het heerlijke ochtendzonnetje gaan we proberen alle losse spullen weer in onze backpacks te krijgen. Op een kleine boodschappentas na past alles. (De tassen staan een beetje bol maar toch). We rijden nog even naar het uitzichtpunt bij de Lions Gate Bridge en maken de foto nu met daglicht. De lege flessen worden ingeleverd in een wederom grote supermarkt en dan gaan we over Lions Gate Bridge naar downtown Vancouver. We moeten de auto met een halfvolle volle tank inleveren en aangezien we van te voren moeten betalen gokken we hoeveel we nodig hebben. In twee keer tanken lukt het.  Ondanks de drukte en het één richtingsverkeer leveren we de auto op de juiste tijd rond het middaguur af. Als we de motor voor de laatste keer uitzetten staat er 2886.1 op de kilometer teller. Mooi gered binnen de limiet van de 3000 kilometer. De auto wordt goedgekeurd en na het droppen van onze tassen in het kantoor gaan we Vancouver weer. Koen wil graag nog even bij de plaatselijke Applestore kijken en uiteraard volgen wij hem. We fotograferen nog even de gasklok in Gastown met daglicht en kopen wat kaarten om te versturen.

Deze schrijven we in het zonnetje aan het water bij de Burrart Inlet, het water tussen Vancouver en Vancouver Noord. Rond half vijf halen we onze tassen op bij de autoverhuur en wachten nog anderhalf uur bij de McDonalds tot Karen thuis is. Wij hebben Karen en haar vriend Leo ontmoet in Vietnam en vanavond zijn we te gast bij haar. Haar appartement bevindt zich op de twaalfde verdieping in een complex in hartje downtown. Aangezien Leo net over de Amerikaanse grens in Seattle woont, zijn we daar morgenavond. Op de heerlijke slaapbank zoeken we een stel filmpjes en foto’s uit en met de TV aan ervaren we hoe het is om in Vancouver te wonen. Karen heeft twee langharige katten die ons in de woonkamer gezelschap houden. Aantal gereden kilometers vandaag 14 km
.

Dit artikel is geplaatst in Canada. Bookmark de permalink.

Geef een reactie