1 augustus. We staan vroeg op om de laatste dingetjes te regelen voor we naar Melbourne gaan. Om extreem spitsuur in de badkamer te voorkomen laten we de schoolgaande kinderen voorgaan. In de hoop misschien leuke souvenirtjes te kopen, wordt een bezoek gebracht aan één van de vele kringloopwinkels die Australië rijk is. Behalve tweedehands worden hier ook restpartijen uit winkels verkocht maar helaas niets voor ons. Als de auto voorzien is van de nodige brandstof rijden we richting Melbourne. Op de highway waar 100 km/h gereden mag worden mogen ook fietsers rijden, sterker nog de vluchtstrook is voorzien van fietspad tekens. De buitenwijk waar wij gaan overnachten is Altona, hier staat het huis van Don, ons volgende Couchsurfadres. Aangezien hij nog aan het werk is, parkeren we de auto en gaan met de trein naar het centrum van Melbourne. Door de ramen van de trein ziet Melbourne er oud, achterstallig en graffitiachtig uit. De trein zelf is ook beklad en de ramen zitten onder de krassen. Eenmaal in de stad valt het mee. Het grote informatiebureau op het Federation Square voorziet ons van een aantal wandelroutes door de stad. Via allerlei laantjes met cafés wordt gelopen naar de bekende Victoria Market, helaas geen markt op maandag en woensdag. Die zetten we dan maar voor morgen op de planning. We lopen terug naar het beroemde Flinderstreet Station en kopen een lekker Mac Muffin voor onderweg. De terugreis duurt door het overstappen wat langer en het valt ons op dat fietsen mee in de trein mogen, óók in de spits. We pikken de auto op en rijden naar het huis van Don. Hij is een Nieuw-Zeelandse Canadees die leeft in Australië. Na een korte kennismaking geeft hij ons nuttige informatie over Melbourne, Auckland en ook over Canada. Dan is het hoog tijd om te gaan slapen in ons grote tweepersoonsbed.
2 augustus. We blijven wat langer liggen en gaan dan weer op weg naar Melbourne City voor een tweede poging Victoria Market en nu is er volop bedrijvigheid. De markt is vrij groot en er is van alles verkrijgbaar. Groente en fruit in alle soorten. Een hal met vlees maar in tegenstelling tot Azië geen varkenskoppen en bloederige taferelen. Er zijn stalletjes met broodjes, kaas en andere lekkernijen. En tenslotte is er een grote hal met vooral veel kleding en souvenirs. Dit gedeelte van de markt is niet alleen groot, maar ook rommelig. We houden de markt voor gezien en verplaatsen ons naar het Olympisch park. In dit gebied staan een aantal stadions, maar is het vooral bekend doordat hier ieder jaar de Australian Open getennist wordt. We bezoeken de Rod Laver Arena, waarin het centre court zich bevindt. Borden met ‘greetz’ van de spelers, alle winnaars met foto’s van de afgelopen 23 jaar en zo nog meer.
Al met al kunnen we ons er een poos vermaken voor we het pand weer verlaten. We gaan de landelijke hamburgertest uitvoeren bij de McDonald’s een hamburger met 100% Australisch beef. Het is wel een klein burgertje in vergelijking met het normale Mc broodje maar ook erg lekker. We maken nog een ritje met de Circle Line tram. Een antieke tram die elke twaalf minuten een rondje door het centrum van Melbourne maakt. In de gratis tram wordt toeristische informatie verteld en maakt deel uit van het gewone openbaarvervoer netwerk. Met de trein gaan we daarna terug naar Altona. Als avondeten besluiten we een heerlijk Kebab te halen. Een erg lekkere beslissing! ECHTE Australische lamskebab met zelfgemaakte knoflooksaus, wat sla, tomaat en ui zorgt voor een zeer gevuld broodje! Eenmaal thuis halen we bij Don een aantal Canadese reisboeken uit de kast en vragen hem om de nodigde tips over dit grote land. Pas rond 23.00 uur gaan we een heleboel wijzer naar bed.
3 augustus. Vandaag wat vroeger uit de veren. Eerst eens de email opgeschoond en verder gewerkt met de informatie over Canada voor we ons weer richting de stad van Melbourne verplaatsen. Er wordt een extra stop ingelast om de West Gate Bridge te fotograferen.
Deze tuibrug overspant de Yarra rivier over 336 meter en hangt 50 meter hoog. Eenmaal in de stad verplaatsen we ons naar het uitzichtdek op de 88e verdieping van het Eureka gebouw. Tegen studententarief en met het tweede kaartje gratis komen we op 300 meter boven de grond terecht en genieten we van het uitzicht over de stad. Doordat het nagenoeg onbewolkt en zonnig is kunnen we ver kijken. Het open gedeelte is erg winderig en een belevenis op zich. Alle losse onderdelen zoals zonnebrillen en cameraonderdelen worden dan ook zorgvuldig opgeborgen.
![]() |
![]() |
Na een uurtje houden we het voor gezien en gaan met de lift in 40 seconden weer naar beneden. We shoppen een poosje door de La Trobe Street, een van de leukste straten van Melbourne. Dan pakken we na een KFCtje, een gloednieuwe tram naar de St. Kilda Pier. Op het uiteinde van deze pier is een broedplaats voor pinguïns. Elke avond komen tientallen pinguïns thuis om de kleintjes te voeren en dan onder de rotsen de nacht door te brengen. Pas als het na een prachtige zonsondergang goed donker is, komen de eerste kleintjes nieuwsgierig uit de holletjes tussen de rotsen gekropen en de ouders uit het water om te voeden. Helaas is het dan wel te donker om mooie foto’s te maken. Flitsen is namelijk niet toegestaan om de dieren niet te veel te storen. Blijkbaar willen mensen dit niet altijd snappen want een aantal doet het toch, waar wij ons flink aan storen. Pas als we een stuk of dertig pinguïns gezien hebben vinden we het genoeg en gaan we terug naar Altona. Hier praten we nog wat met Don voor we onder de warme deken duiken.
04 augustus. Via de West Gate Bridge en de highway M1 verlaten we Melbourne. Om de tolpoortjes te omzeilen rijden we nog een stuk door de stad op de oude Princess Highway en rijden dan aan op Dandenong. De bedoeling is om vandaag richting Brainsdale te rijden en onderweg een paar keer te stoppen om een wandeling te maken. We laten Philip Island rechts liggen aangezien we al pinguïns gezien hebben en stoppen pas weer in Wonthaggi om een bezoek te brengen aan het toeristenbureau. Achter het toeristenbureau blijkt een openluchtmuseum te liggen. Hier is een oud mijndorpje nagebouwd compleet met voorzieningen, treinstation en gerestaureerde trein. De toegang is gratis en we nemen even een kijkje. In sommige winkels zijn producten te koop, bij het atelier wordt de wol nog met spinnenwiel gemaakt en de wielsmederij is overcompleet. Er blijkt een gereedschap demonstratie te zijn waar we even blijven kijken. Er zijn twee schoolbussen met kinderen in het park. Zij krijgen les van een docent in oude klederdracht en dit is erg leuk om te zien. Het dorp was zeker een bezoek waart. Met een omweg rijden we naar Fish Creek. Verschillende gebouwen in dit dorp hebben een vis op het dak liggen of hebben iets met “vis”. Ons speciale doel in dorp is echter niet de vis, maar een pub die afstand hiervan genomen heeft en volledig met zwart/witte koeien is ingericht. De naam van deze kroeg is Flying Cow. Helaas hebben we pech, op donderdag is de kroeg dicht en laat het vandaag precies deze dag van de week zijn.
Dan maar door naar Foster, aangezien het tegen vieren is informeren we bij het informatiekantoor naar geschikte slaapplaatsen tussen hier en 100 kilometer verder. De slaapplaatsen zijn schaars en erg duur. Aangezien we morgen naar een park in de buurt willen blijven we in Foster en gaan naar het plaatselijke jeugdhostel. We krijgen een code van de achterdeur en de eigenaar komt na zijn werk naar het hostel om af te reken. Makkelijke bijverdienste voor hem aangezien we hem de rest van de avond niet meer zien. Het hostel is verder wel schoon en met de kachel maken we het behaaglijk warm. We verkennen de winkels in het dorpje en Erwin maakt van de gelegenheid gebruik om de erg lang geworden haren te laten kortwieken. De betaalde 15 dollars zijn een record maar het werk wordt netjes afgeleverd. We trakteren ons zelf op goed vullende zelfgemaakte kangoeroeburgers in de keuken van ons hostel. Na het zoeken van wat nieuwe Couchsurf plaatsen gaan we naar bed.
05 augustus. Om 7.00 uur ‘s ochtends staan we op. We willen vandaag een flinke afstand gaan maken en ook nog een wandeling door het Tarra-Bulga nationale park gaan maken. Net als we wegrijden krijgen we een rood dashboard lampje wat ons waarschuwt dat er iets mis is met de airbag of de gordels. Aangezien we dit gisteren ook meermaals hadden lijkt het ons verstandig even met de serviceafdeling van het verhuurbedrijf te bellen. Dit doen we dus ook niet meer. We mogen niet meer rijden met de auto en moeten wachten tot de Australische wegenwacht gekeken heeft naar het mankement. Aangezien wij ons in een plattelandsdorp bevinden duurt het gemiddeld een uur voordat er pech hulp is. Dag planning! We beslissen om van de nood een deugd te maken en de heuvels rondom het dorp te verkennen. Als we na een uur terugkomen bij de auto is er nog geen wegenwacht. We duiken daarom maar bij de plaatselijke bakker naar binnen en troosten ons met warme choco, thee een donut en een tropische tompouce. Op het moment dat we nog een keer bellen komt de gewenste service net aanrijden. Na het uitleggen van het probleem, is het eerste wat de monteur doet onder de bestuurderstoel kijken. Binnen de minuut wordt de oplossing gevonden. Een gevallen sinaasappel ligt tegen een signaalkabeltje van de airbag aan en veroorzaakt de storing. Wij snappen nu ook waarom bij een heuvel het lampje even uit ging, sinaasappels zijn rond… Pfff leuk hoor auto-elektronica. Afijn ruim anderhalf uur na het belletje kunnen we eindelijk aan ons programma beginnen en kunnen we het parkbezoek vergeten. Zonder te stoppen rijden we over de Gippsland Highway naar Sale. We zien voornamelijk veel uitgestrekte weilanden, veelal gevuld met grote koeien. Het bosrijke deel wat passeren zit blijkbaar vol met kangoeroes en ander wild. Dit is te tellen aan het tiental zeer stil liggende kangoeroes, de twee vossen, een aantal wombats en een kaketoe in de berm van de weg. In Sale wordt een korte pitstop gehouden om te tanken en om gecrashte insecten van de voorruit te boenen. Het volgende deel is niet heel boeiend, vooral lang en veel van hetzelfde. Rond twee uur arriveren we in Lakes Entrance. Dit kustplaatsje is bekend om zijn vele meren die in verbinding staan met elkaar en met de oceaan. Aangezien ook in Australië het weer van slag af is en in tegenstelling tot koud en regenachtig, lekker droog en warm is, gaan we even naar het strand. Hier genieten we van een broodje kaas met ei en sla creatie en het uitzicht over de oceaan.
![]() |
![]() |
De walvissen laten het afweten maar we hebben geluk met ander wild. De mierenegel, een familielid van de egel komt het strand opgelopen. Bijna drie keer zo groot als een gewone egel is het een imposante vertoning. We hebben mazzel en krijgen de tijd om een foto te schieten voordat het exemplaar weer in de duinen verdwijnt, waarschijnlijk om zijn dag slaapje te hervatten. Het volgende wild is een reusachtige pelikaan met een spanwijdte van bijna twee meter, ook mooi om te zien. Met al dat wild vliegt de tijd en we moeten verder aangezien we nog een stuk te rijden hebben voor het donker wordt. We stoppen nog één keer om een informatiecentrum te bezoeken, een hotel te boeken en boodschappen te doen. De zonsondergang is met een knaloranje zon op het rode gesteente meer dan prachtig en vanuit de auto genieten we hiervan. Het is al bijna donker als het terrein het Cann River Hotel wordt opgereden. Het hotel is charmant oud, de vloerbedekking is verschoten en het stof hangt aan de lampenkappen. Jammer dat de openhaard niet aan kan, want het is best fris binnen. Het raam van onze kamer zit vlak aan de doorgaande weg zodat we af en toe de auto’s voorbij horen razen. Verder hebben we de hele verdieping van het hotel voor ons alleen.
06 augustus. Als we wakker worden tikt de regen tegen het raam van onze hotelkamer. Na al die mooie dagen kon het ook bijna niet anders. Gelukkig, onze auto heeft een dak en we moeten veel rijden. Al na een kwartiertje rijden springt het rode dashboardlampje weer aan wat aangeeft dat er iets niet in orde is met de airbag of de gordels. Er wordt gestopt op een parkeerplaats langs de weg. We rommelen wat aan de kabeltjes onder de stoel, want de sinaasappel van gisteren is opgegeten en kan het probleem dus niet veroorzaken. Het lampje gaat weer uit. Yes, wij kunnen ook auto elektronica repareren! Helaas nog geen halfuur later springt het *#@-lampje weer aan en we moeten er iets aan laten doen. We passeren de grens met New South Wales en in Eden, de eerste grotere plaats van deze staat, wordt het toeristencentrum bezocht. We maken ook gelijk even vanuit de auto gebruik van de wireless internetverbinding van, tsja geen flauw idee eigenlijk, maar het werkt. Wij hebben wat geld aan Koen gegeven om een opdracht te maken voor zijn vader Bertus. Hij moet met de familie van Erwin mee naar Ouwehands dierenpark en op verschillende plaatsen foto’s van zichzelf laten maken. De volgende gang wordt naar een garagebedrijf. Even kijken of ze weten wat er aan hand is. Helaas geen monteur, het is zaterdag! We rijden door naar de eerste de beste grotere plaats, dit is Narooma. Hier bellen we nog maar een keer met de pech hulp. Deze keer hoeven we maar een halfuurtje te wachten voor de monteur komt. Dit dorp heeft behalve regen, een supermarkt, bakker en informatiecentrum niet veel extra’s te bieden en zijn dan ook blij met de snelle komst. Ook deze monteur rommelt onder onze stoelen aan de bekabeling van de elektronica. Er blijkt een lamme stekker of iets dergelijks te zitten want plotseling gaat het lampje weer uit. We kunnen na een uur vertraging weer verder naar Batemans Bay. Bij het inrijden van de stad is er blaascontrole van de politie.
Rhianne is de pineut om te mogen blazen. Aangezien ze zo ongeveer alcoholgeheelonthouder is, is een okay geen probleem en al snel mogen we weer verder. We beslissen nog driekwartier door te rijden en dan net voor het donker een plek voor de nacht te zoeken. Dit wordt in Ulladulla. Aangezien het informatiecentrum dicht is rijden we naar het enig hotel wat het dorp rijk is. De kamer is wat duur maar we worden netjes doorverwezen naar een backpackershuis. Helaas deze is gesloten en de twee andere motels zijn alleen maar duurder. We beslissen terug te gaan naar het hotel. Net als we willen boeken verteld de eigenaar, dat er een feest gehouden wordt vanavond met muziek tot 2.30 uur. Pfff, 70 dollar en dan een nacht slecht slapen is niet echt de bedoeling. Daarom rijden we naar het campingpark voor een caravan, deze is bijna 100 dollar en dus ook niet de bedoeling. We hebben de keuze gemaakt. We gaan vanavond voor de Hotel Holden Barina, oftewel onze huurauto. We vragen een campingplaats voor een tent en voor 25 dollar zijn we klaar. Door de grote besparing is er ruimte om te eten bij de plaatselijke Vietnamees. Lang geleden die nasi en loempia’s. Daarna maken we een rondje door het dorp om een draadloze internetlijn op te pikken. Helaas goed beveiligt overal. De McDonald’s, waar we heen gaan voor een toetje, blijkt echter Wi-Fi te hebben. Onder het genot van een reuze Sunday met warme chocosaus wordt de email gecheckt. Met een volle buik gaan we terug naar de camping waar we de auto een prominent plekje geven op het tenten veld. Behalve een camper is het veld verder verlaten. Met een halfuurtje staan de stoelen in lig stand, zijn de tanden gepoetst en zijn we volledig geïnstalleerd in een slaapzak. Welterusten!
07 augustus. De auto sliep beter dan verwacht. Het draaien was wat lastig aan stuurzijde en ‘s nachts nog even opgeschrikt door een harde knal. Na een moment genieten van de sterrenhemel, heerlijk zo’n tent met grotendeels ramen, vallen we weer in slaap. De haan en de kakatoes zijn er al vroeg bij en we worden dan ook op tijd gewekt door hun gekwetter. We zien de zon als oranje bal opkomen boven de baai en maken ons klaar voor vertrek.
De eerste stop is in Nowra, bij het grote toeristenbureau vragen we de route op om in Sydney de auto in te leveren. Aangezien we nog een aantal highlights willen zien langs de kustroute bellen we met het verhuurbedrijf om te vragen of we de auto wat later mogen inleveren. Geen probleem en dus gaan met ons rijdende hotel rustig aan verder. We stoppen even bij de Sea Cliff bridge. Deze is gebouwd omdat de oude weg langs de kliffen regelmatig versperd was door vallende stenen. Waarschijnlijk is hier iemand ooit begonnen met een hangslot om een spijl van de brug te doen, want nu hangt om elke spijl van het hek een slot en daar waar de spijlen te dik zijn hangen grotere sloten of een ketting. Nog steeds worden de sloten aangevuld als iemand getrouwd is, overleden is of gewoon hier geweest is.

Al een 30 kilometer voor Sydney merken we op de weg dat het drukker wordt. De weg is veelal drie baans, maar op de binnenste baan mag ook geparkeerd en gefietst worden. Niet echt een soepele doorstroming dus. We gaan noodgedwongen een stukje door de toltunnel die onder de stad door loopt. Een duur grapje want voor een paar honderd meter moeten we Aus$5,50 betalen. Nog even pinnen en tanken voordat we de auto in kunnen leveren, maar waar? Net voordat we bij het verhuurstation zijn zien we een pinautomaat. Dat is deel één. We vragen waar we kunnen pinnen en krijgen een netjes uitgewerkt blaadje mee. Blijkbaar zijn er meer mensen met deze vraag… In de chaotische stad qua wegen, lukt het ons niet om het lijntje van de route te volgen. We komen uit in hartje centrum. Na even puzzelen op de kaart heeft Rhianne ontdekt waar we zijn en vinden we het tankstation alsnog. Hebben we de sightseeing ook alvast gehad. Volgetankt rijden we terug naar het verhuurstation. Als de Barina voor de laatste keer wordt uitgezet hebben we 2878 kilometer gereden in 18 dagen. Net als we de laatste spullen pakken barst er een flinke bui los. Snel onder het afdakje verder inpakken. Dan blijken we toch meer verzameld te hebben dan we dachten. Ons volgende doel wordt om een plekje te vinden voor de nacht. Aangezien alle McDonald’s restaurant in Australië Wi-Fi hebben gaan we hier even zitten. We kunnen namelijk vanavond korfballen, alleen niet blijven slapen. Als we bellen blijken we wel in de buurt bij de korfbalhal te kunnen slapen maar we moeten opgepikt worden bij een station omdat er slecht openbaar vervoer in dat deel van de stad is. We moeten dan wel opschieten. Helaas zijn er werkzaamheden en worden we naar een verkeerd station toegestuurd door een loketbediende. Als we deze fout ontdekken is het te laat om nog te gaan korfballen en moeten we dus plannen switchen. Via een toeristenbureau in de stad regelen we alsnog een kamer. Eenmaal in het hostel, blijkbaar gespecialiseerd in massa’s feestende toeristen blijkt de kamer te stinken naar zweet en het matras hard. Dit lijkt echt een bugdag te worden. We gaan maar eten halen in een supermarkt en dan koken. Ook dit blijkt een extra uitdaging. De keuken is vies en er zijn bijna geen pannen en bestek. Uit eindelijk creëren we nog wat lekkers. De kamer stinkt nog steeds en we vragen om een andere. Tot onze verrassing krijgen we een eigen kamer. Toppie! Erg moe gaan we slapen.
08 augustus. Een groot pluspunt aan onze upgrade is dat we een schoon ensuite badkamertje hebben met heerlijke douche. Helaas blijkt een nachtje verlengen erg prijzig en niet te staan tot de prijskwaliteit verhouding. We beslissen dan ook een ander hostel te zoeken. Bij de McDonald’s zoeken we via internet naar een nieuw hostel. We werken ook gelijk de administratie en de verslagen bij en zoeken informatie over onze Canada trip. Aangezien we niet tegelijk kunnen computeren verkennen we om de beurt de stad. Als de accu leeg is gaan we naar Kings Cross, hier zitten een heleboel backpackers hostels bij elkaar. Onze eerste keus blijkt vol te zitten en de tweede heeft plek. We krijgen een vier bed dorm waarbij alleen de ook hier de matrassen erg hard zijn. Terwijl Erwin een uiltje gaat knappen, leest Rhianne even een uurtje reisverslagen. In de grote supermarkt van de buurt halen we ons avondeten. Ook deze keuken blijkt niet grandioos te zijn. De pannen hebben kapotte handvaten en er staat een hoop vuile vaat. Toch lukt het ook hier weer om een lekkere maaltijd te bereiden. Na de computer nog eenmaal deze dag vermoeid te hebben gaan we slapen.
09 augustus. Wat was dat bed ontzettend hard, de veren stonden zo ongeveer in het lichaam en daar konden de slaapzak en extra lakenzak niets aan veranderen. Vooral de rug van Erwin vond het minder fijn. Eerst maar eens andere matrassen gevraagd voor we het hostel verlaten om Sydney te ontdekken. We verplaatsen ons met de trein naar Bondi Junction. Hier zijn een aantal leuke winkels. Erwin koopt een nieuw vest aangezien drie weken dezelfde trui achter elkaar aan wel erg veel van het goede is. Rhianne koopt voor 64 AUSdollar een nieuwe afritsbroek aangezien de vorige door het reizigers dieet veel te groot is geworden en verpest is door penneninkt. Ze krijgt wel extra korting doordat ze de klant voor haar met afrekenen om zijn klantenpas vraagt. Goed zo! We gaan door naar Bondi Beach, het fameuze surfstrand van Sydney.
Precies als we aankomen, breekt de zon door en is het heerlijk vertoeven. We trakteren ons op een picknick op het strand met een zelfgemaakt stokbroodje zalm. Er wordt volop gesurft op de hoge golven. Het zwembad aan de rand van de zee waar de golven inslaan is ook mooi om te zien. Na een fotosessie op z’n kop verlaten we het strand en gaan met de trein terug naar de stad. Er wordt een souvenirshop met opheffingsuitverkoop bezocht en weer een muziekinstrument tegen een goede prijs rijker. Ditmaal is het een didgeridoo, een blaaspijp van de Aboriginals. We bezichtigen nog even de mooie, maar veel te dure winkels in het Queen Victoria Building. Dit gebouw staat voornamelijk bekend om zijn mooie glas in lood en twee antieke klokken waarvan er één een ronddraaiende boot heeft.
Met zonsondergang wordt een bezoek gebracht aan de ”nieuwbouwwijk van Sydney” Cockle Bay. Als we hier een rondje gemaakt hebben gaan we terug naar het hostel.
10 augustus. Het nieuwe, dikke matras heeft veel beter geslapen en de wekker gaat eigenlijk te vroeg. Maar we moeten vroeg opstaan want we willen naar de Blue Mountains. Hiervoor moeten we twee uur met de trein. De hemel is strakblauw en het zonnetje schijnt volop, heerlijk die Australische winter. We kopen gewoon kaartjes op het station aangezien de toertjes veel te duur zijn geprijsd. Even na negenen vertrekken we vanaf het grote centrale station in Sydney. Gaan we eerst nog vlak door allerlei buitenwijken van Sydney, halverwege wordt het landschap heuvelachtiger en op bestemming zijn we omringd door bebost laaggebergte, overwegend Eucalyptusbomen. We zijn nu in Katoomba en op de achtergrond zien we de Jamison Vallei liggen. De tassen worden afgedropt in het plaatselijke jeugdhostel en we krijgen een plattegrond mee voor een wandeling door de omgeving. De eerste opgave wordt de Prince Henry Cliff Walk. Dit goed aangelegde pad ligt hoog boven de vallei en er zijn meerdere mooie uitzichtpunten. Het is ook een goed pad om vogels te spotten. We zien meerdere fel gekleurde papegaaien, witte kakatoes en andere piepkleine vogeltjes. Aan het einde van deze track wacht het “Echo Point”. Hier is een bezoekerscentrum en uitzicht op The Three Sisters, wederom een stukje werelderfgoed wat we bezoeken. Als we aankomen is het wat bewolkt geworden en is de wind een stuk aangewakkerd. Voor een mooie foto met zon moeten we dan ook even kou lijden.
Natuurlijk wandelen we even naar de rotsformatie toe om plaatst te nemen onder een uitstekend stuk van één van de rotsen. De wandeling langs de rotsformatie over de 900 treden tellende Giant Stairway is vooral lang en bijna geen enkele afstap is het zelfde. Via het Federal Pass looppad gaan we richting de oude mijn waar ook de trein omhoog is. Alleen halverwege dit pad zijn we al ruim drie uur onderweg terwijl gezegd was dat het totale traject ongeveer drie uur zou duren. Maar we hebben meer dan genoeg tijd om ons gemak de voormalige mijn aan de buitenkant te bekijken en nog wat foto’s te schieten. We hebben namelijk voor Koen een Australische vlag gekocht en deze moest natuurlijk regelmatig door Erwin geshowd worden. Het treintje langs de klif omhoog is ook een belevenis. Het is niet lang, maar wel de steilste trein ter wereld met stijgingspercentages tot 52 graden. Het komt uit bij het tweede visitorcentrum van de Blue Mountains. Als we hier hebben rondgekeken gaan we terug richting het hostel. Er is een stuk van de wandelroute afgesloten door een grondverschuiving en omgevallen bomen maar heel erg vinden we het niet want het is flink afgekoeld en zijn aardig moe aan het worden. Nu is het makkelijker om de shortcut naar het hostel te nemen. Bij de Aldi om de hoek halen we een lekkere opbaklasagne die we willen opwarmen in de in de oven. Naast een beetje warmte komt er vooral veel rook uit de oven en we beslissen de lasagne maar in de magnetron te verwarmen. Lekkerder dan verwacht eten we de oven (red. Lasagne) bij de warme haardkachel op.
11 augustus. We hebben heerlijk geslapen in onze warme kamer waar ook nog twee andere Nederlanders zijn komen slapen. Na een warme douche, een prima ontbijt met Australische custard, toastjes en crumpets checken we uit en gaan in de gezellige eetzaal zitten. We checken de email en zoeken de foto’s van de laatste dagen uit. Dan gaan we het dorp Katoomba verder bezichtigen. Behalve een paar winkels stelt het niet bijzonder veel voor en binnen het uur zijn we dan ook terug in het hostel. We beslissen nog een paar uurtjes te besteden aan het voorbereiden van de Canada en Amerika trip voor we met de trein teruggaan naar Sydney.
Hier pakken we een bus richting Maroubra Beach waar Benny woont. Zijn huis is ons volgende Couchsurfadres, iets wat wij niet meer verwacht hadden in Sydney. Gelukkig biedt Couchsurfing ook de mogelijkheid aan om via een forum last minute Couch te regelen en dat is nu gelukt. Benny staat ons op te wachten bij de bushalte en de chauffeur is zo vriendelijk om ons vlak bij het huis af te droppen. Dat scheelt zeker een kilometer lopen met de iet wat zware tassen. De plaats waar we te gast zijn is het beste te vergelijken met een opslagloods in verhuisstand maar wel overal vloerbedekking. Een beetje vreemde binnenkomst, maar wel heel hartelijk. We ontmoeten een andere couchsurfster, Wendy uit Praag. Ons bed staat midden in de woonruimte vlakbij de TV. Tijdens het eten van de instant noedels gaat de film Eight Below op en die kijken we onder een warme slaapzak. Na de film skypen we nog even met het thuisfront.
12 augustus. Een beetje hard was het bed wel, maar verder hebben we goed geslapen. Rond 10.00 uur vertrekken we met de bus richting de binnenstad. Het is vandaag nogal regenachtig en we twijfelen tussen een museumbezoek of droog blijven in de winkels. Onze keuze valt op de winkels. We zien een modelbouwwinkel, diverse boekwinkels, souvenirshops en allerlei andere winkels.
Speciaal voor Koen brengen we een bezoek aan het drie verdiepingen tellende pand van Apple, bijna helemaal uit glas opgetrokken. Een prachtige winkel. Aangezien het nog steeds niet droog is wordt ook een bezoek gebracht aan Paddy’s Market. Deze markt is onderdeel van Chinatown en voornamelijk gevuld met kleding, souvenirs en andere goedkope spullen. Als we de markt verlaten zijn de souvenirs binnen. Aangezien de middag grotendeels voorbij is en het eindelijk droog is, beslissen we de zonsondergang te kijken bij de Harbourbridge en het Operahouse. Een echte aanrader. We skypen en dineren vanavond bij de McDonalds en gaan dan met de bus terug naar Maroubra.

13 augustus. We gaan wat later de stad in aangezien we eerst moeten uitzoeken hoe we morgen op het vliegveld gaan komen en we een pakketje gemaakt hebben. We hebben namelijk wat meer (zware) souvenirtjes verzameld dan de bedoeling was en Nieuw Zeeland heeft een streng import beleid. Bij de plaatselijke supermarkt regelen we een doos die eerst leeggehaald moet worden en met het tape van het post servicepunt knutselen we weer een mooie doos. Helaas is Australië niet heel goedkoop met pakketjes versturen maar het is niet anders. De bus brengt ons tot op de Circular Quay vanaf waar het Opera House en de Harbour Bridge op loopafstand zijn. We eten een drop veter van twee centimeter breed en een meter lang met het Opera House in onze rug en op een terrasje met uitzicht over de fameuze brug genieten wij van een beker heerlijk warm chocolade vocht. Hoezo reizigersdieet??
We bekijken ook nog even de kunsten van een straatartiest die het presteert op een drie meter hoge eenwieler te jongleren met een pion, fakkel en een mes. In de wijk The Rocks is een kleine maar gezellige markt waar we overheen lopen en een dubbelhoorns softijsje kopen. Hiermee beklimmen we de trappen van de brug om een kijkje te gaan nemen in een van de betonnen pylonen waar een uitzichtpunt zit. In deze pylon blijkt ook nog een museum over de brug te zitten, die ons wat interessante feitjes opleverden en die we graag willen delen. Ruim 1400 mensen hebben gewerkt aan de brug, die bij oplevering in 1932 de grootste stalen brug ter wereld was. De hoogte is 134 meter, de lengte 1149 meter en er zijn zes miljoen klinknagels gebruikt om het als geheel aan elkaar te houden. Om de boel goed in de verf te houden is er ruim 90.000 liter verf nodig om de 485.000 vierkante meter staal van een laag te voorzien. Na een kijkje op de top van de pylon verlaten we het machtige bouwwerk. In het donker lopen we via de botanische tuin naar het verlichte gebouw van de bibliotheek, het ziekenhuis en Saint Mary’s Cathedral. Als de boodschappen gedaan zijn gaan we terug naar ons couchadres.
14 augustus. De veren worden vroeg verlaten om op tijd op het vliegveld te zijn. De wandeling naar de bushalte duurt twintig minuten en we zijn precies op tijd voor de bus. Het weer is erg bewolkt en zelfs regenachtig. Eenmaal op het vliegveld is de douane streng en moet alles af inclusief de riem. We haasten ons door het taxfree gedeelte om het laatste (zware) Australische muntgeld uit te geven. Eenmaal bij de gate horen we een halfuur vertraging. Pfff. Als we eenmaal de lucht ingaan is de vertraging bijna een uur geworden. Jammer genoeg vliegen we van de stad af en kunnen we niets zien van het grote hardloopevenement wat vandaag gehouden wordt. Het weer boven de wolken is prachtig en boven de Tasmanische zee trekt het wolkendek zelfs een stuk open. De stewardessen zijn waarschijnlijk nog niet met de voorbereidingen van de vlucht, want we moeten een poos wachten op onze lunch. Die bestaande uit zalmpasta en broccoli met lasagne wel smakelijk is. Na bijna drie uur alleen maar water en wolken verschijnt het vaste land van Nieuw Zeeland onder het vliegtuig en wordt de landing ingezet. Deze is door de harde wind wat minder comfortabel en het vliegtuig schud dan ook flink. De regenboog is vanuit het vliegtuig wel erg mooi om te zien.
We landen veilig en de klok kan weer twee uur verder vooruit gezet worden. Ondanks dat Nieuw Zeeland een even strikt importbeleid heeft als Australië verloopt de douanemolen een stuk soepeler. Slechts één voedselhond controleert de handbagage en de overige bagage gaat alleen door de x-ray. We mogen zelfs onze in Australië gekochte speculaasjes meenemen. In de ontvangsthal staan Kerry en Gillion ons op te wachten aangezien we de komende week te gast zullen zijn bij hen thuis. Kerry is voorzitter van de Nieuw Zeelandse korfbalbond en hebben we leren kennen op het korfbal toernooi in Adelaide. Voor we naar hun huis gaan maken we een klein rondje door de buitenwijken van Auckland. We rijden met de auto naar “one tree hill” vanwaar we een 360 graden uitzicht hebben over de stad, de baai en de oceaan. Het weer in Auckland is vandaag wisselvallig en onstuimig te noemen. Zon en regen wisselen elkaar door de harde wind in hoog tempo af. We kunnen bijna hangen op de wind en het lukt maar net om een paar mooie foto’s te maken van de regenboog en het uitzicht. Onze slaapkamer met tweepersoonsbed en de eigen badkamer zijn een heerlijke luxe te noemen. In de avond komen Matt en zijn vrouw nog met hun paar maanden oude tweeling. Matt heeft korfbal in Auckland opgezet. Met zijn zessen genieten we van een heerlijk diner.

















